kracht en beweging Les 2

les 2 (4.2 ) criteria
Je bepaalt de afgelegde afstand uit een (v,t)-diagram en de snelheid uit een (s,t)-diagram.
Je rekent met de formule voor de gemiddelde snelheid.
Je berekent de resulterende kracht bij meerdere krachten langs één lijn.
Je gaat aan de hand van de resulterende kracht of een (v,t)-diagram na of er een versnelling of vertraging is.
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

les 2 (4.2 ) criteria
Je bepaalt de afgelegde afstand uit een (v,t)-diagram en de snelheid uit een (s,t)-diagram.
Je rekent met de formule voor de gemiddelde snelheid.
Je berekent de resulterende kracht bij meerdere krachten langs één lijn.
Je gaat aan de hand van de resulterende kracht of een (v,t)-diagram na of er een versnelling of vertraging is.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Resulterende kracht

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Bewegen:


Er bestaan drie soorten bewegingen.

  1. eenparige beweging (constante beweging)
  2. versnelde beweging
  3. vertraagde  beweging

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


 Een eenparige beweging

- snelheid blijft  gelijk.
-steeds dezelfde afstand afgelegd.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Een vertraagde beweging
- snelheid neemt af.
- er wordt steeds minder afstand afgelegd (per seconde of uur).

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Een versnelde beweging
- snelheid neemt  toe.
- wordt er meer afstand afgelegd (per seconde of uur)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

v,t diagram 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Van snelheid naar afstand:
De oppervlakte onder de snelheid tijd grafiek geeft de afstand.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Informatie over afstand halen uit een v-t grafiek

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De snelheid van geluid.
Met deze formule bereken je de afstand die het geluid heeft afgelegd.
afstand = snelheid x tijd
snelheid = afstand : tijd
tijd = afstand : snelheid.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

afstand-tijd-diagram

In een afstand-tijd-diagram zie je het verband tussen de afstand en de tijd die iets aflegt.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Snelheid
Bestaat uit Afstand en Tijd
Je deelt de afstand door de tijd (afstand/tijd)


Grootheid
Symbool
Eenheid
Symbool
Snelheid
v
meter per seconde of
kilometer per uur
m/s
km/h
Afstand
s
meter of kilometer
km
Tijd
t
seconde of uur
s
h

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Omrekenen km/h --> m/s
  • Van m/s naar km/h --> x3,6




  • Van km/h naar m/s --> /3,6



1 seconde
3 600 seconde
1 uur
1 uur
10 meter
36 000 meter
36 000 meter
36 km
1 uur
1 uur
3 600 seconde
1 seconde
10 km
10 000 meter
10 000 meter
2,8 meter

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Snellere mannier om van km/h naar m/s
Daar is een hele simpele
regel voor:

je deelt de snelheid in km/h door 3,6

1375 km/h : 3,6 = 381,94 m/s

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Nettokracht
Nettokracht is de som van de krachten


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Netto kracht
Het resultaat van twee of meer krachten is de nettokracht =
Krachten die in dezelfde richting werken tel je bij elkaar op.
Krachten die in de tegenovergestelde richting werken trek je van elkaar af.
Als beide krachten even groot zijn dan is                 = 0 N. Er verandert niets.

Fnetto
Fnetto

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Nettokracht
Nettokracht is een som van alle krachten
-resultante 
- resulterende kracht.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Versnellen en vertragen

Slide 18 - Slide

Vraag: Waarom valt de persoon links naar beneden en de persoon rechts niet?(de zwaartekracht op beiden is immer ongeveer gelijk)

Antwoord: De mensen in de gif rechts hebben heel veel luchtweerstand bij het vallen hierdoor kunnen ze niet zo veel versnellen. Soms is het zelfs zo dat de windkracht groter dan de zwaartekracht. De mensen stoppen dan langzaam met vallen en worden uiteindelijk naar boven geblazen.

Leg er nadruk op dat een grotere kracht niet betekent dat je ook in de richting van de grootste kracht beweegt.

Gemiddelde snelheid berekenen
v(gem)=s/t
Maakt niet uit of er verandering in snelheid zit, gemiddeld is altijd gemiddeld.
Omreken factor km/h --> m/s is 3,6

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Gemiddelde snelheid berekenen
v = snelheid (km/h of m/s)
s =  afstand (km of m)
t = tijd (h of s)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Een fietser fietst 700 meter in 10 minuten. Bereken de gemiddelde snelheid in m/s
s = 700 meter
t = 10 minuten = 10 x 60 = 600 s
v = ?

v = s : t
v = 700 : 600 = 1,2 m/s

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Berekenen gemiddelde snelheid

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Snelheid - tijd diagram
3 bewegingen in 1 grafiek
Versnelde beweging (stijgende lijn)
1
Eenparige beweging (horizontale lijn)
2
Vertraagde beweging (dalende lijn)
3

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Vertraagde beweging. Elke seconde wordt er minder afstand afgelegd.
(x,t)-diagram
(v,t)-diagram

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Versnelde beweging. Elke seconde wordt er meer afstand afgelegd.
(x,t)-diagram
(v,t)-diagram

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

huiswerk
opdrachten 4.1 en 4.2

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Les 2   (4.2)
Je legt uit in welke situaties een kracht arbeid verricht.
Je berekent de arbeid.
Je legt uit in welke situaties de arbeid positief of negatief is.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Arbeid
Ook arbeid is een energiesoort en kan overgaan in de vorige twee energiesoorten:

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Arbeid bij ophijsen

Arbeid = kracht * afstand
W=Fs

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

arbeid
Positieve arbeid = arbeid die helpt om te verplaatsen
Negatieve arbeid = arbeid de de verplaatsing tegenwerkt

negatieve arbeid is meestal v]wrijving en heeft warmte als resultaat. Warmte betekent een verlies aan energie van het voorwerp

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Arbeid
Kracht uitoefenen over een bepaalde afstand? Dan verricht je arbeid.

W = F x s

W= arbeid (J of Nm)
F = kracht (N)
s = afstand (m)

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Als iets arbeid verricht dan moet er
A
een afstand worden afgelegd
B
een kracht zijn
C
een kracht zijn en een afstand worden afgelegd
D
een sterke kerel zijn

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel arbeid lever je als je een kist van 5 kg 2 meter optilt?
gebruik
g=10s2m
Fz=mg
A
2,5 Nm
B
50 Nm
C
10 Nm
D
100 Nm

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

2 Arbeid verrichten kan zonder energie te gebruiken.
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Een kraan moet 0,8kN leveren om een kist 4m op te tillen. Hoe groot is de geleverde Arbeid?
A
200J
B
3200J
C
0,2J
D
3,2J

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de juiste formule om Arbeid te berekenen?
A
W=sF
B
W=Fs
C
F=Ws
D
W=Fs

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk

Slide 37 - Slide

This item has no instructions