Burgerschap 2.2 Wat doe ik voor een ander? 2.3 Met wie voel ik me verbonden?

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Paragraaf 2.2 en 2.3

Wat doe ik voor een ander?
Met wie voel ik me verbonden?

2.2 Wat doe ik voor een ander

Lesdoelen:

- Je kunt uitleggen waarom sociaal gedrag belangrijk is voor de samenleving

-Je kunt voorbeelden noemen van sociaal gedrag

-Je kunt met een voorbeeld uitleggen hoe sociaal jij zelf bent

Wat is volgens jullie sociaal gedrag?

Sociaal gedrag.

Sociaal gedrag betekent dat mensen rekening houden met elkaar en elkaar helpen.

Rianne zorgt op zaterdag voor haar zieke zus zodat haar moeder naar haar werk kan. Dit is een voorbeeld van?

1. Sociaal gedrag.
2. Mantelzorg.
3. Vrijwilligerswerk.
4. Eigenbelang.

Vrijwilligerswerk

Is werk dat je onbetaald en onverplicht doet, voor anderen of voor de samenleving.

Welk voorbeelden van vrijwilligerswerk ken je?

Eigenbelang

Het willen behalen van eigen doelen en doen wat belangrijk is voor je. Het is belangrijk om een balans te vinden tussen wat goed is voor jezelf en voor de samenleving.

Gerichte vragen.

Met gerichte vragen ga je op zoek naar precieze informatie.
Zulke vragen worden ook wel de 5W+H vragen genoemd.
Wie, wat, waar, wanneer en hoe?

Uitspraken met een passende gerichte vraag.

Ik vind dat soort dingen onbegrijpelijk --> Welk soort dingen? Wat begrijp je dan niet?

Donor zijn lijkt me lastig? --> Lastig? Wat is dan precies lastig?

Goede doelen bestoken met steeds met mail. ----> Welke vraag past hier?

2.3 Met wie voel ik  me verbonden?

Leerdoelen deze les:

- Je kent de voordelen van samenleven in een groep

-Je kunt uitleggen waarom solidariteit in een samenleving belangrijk is

- Je kunt voor- en nadelen van individualisme benoemen

Gemeenschappen.

Mensen wonen in groepen. Deze groepen noemen we gemeenschappen.

Soort gemeenschap.

leef- en woongemeenschappen


leer- en werkgemeenschappen


verenigingen


geloofsgemeenschappen

Voorbeeld.

buurten, wijken, dorpen, steden, landen


bedrijven, onderwijs, zorginstellingen, organisaties

sportclubs, politieke partijen, vakbonden


kerken, moskeeën, synagogen, meditatiecentra 

Waarom leven mensen in gemeenschappen?

1. Veiligheid.
2. Steun.
3. Samenwerken.
4. Sociale contacten.

De moskee zamelt geld in om een arm gezin bij te staan.
Welk voordeel geeft de gemeenschap hier vooral?

1. Veiligheid
2. Samenwerking
3. Solidair
4. Steun

Solidariteit

Mensen voelen zich met elkaar verbonden. Ze weten wat ze aan elkaar hebben. Mensen hebben iets voor elkaar over. Ze geven iets en krijgen er iets voor terug.

Niet alle mensen vinden een gemeenschap even belangrijk? Ze vinden dat ze prima voor zichzelf kunnen zorgen. Welke term past hier?

Lastig woord!

Individualisme.

Sociaal netwerk

Iedereen met wie jij persoonlijk contact hebt. Al je contacten thuis, op school/stage, vrienden/kennissen, buren etc.

Ook iedereen die je online ontmoet.

Vraag antwoord.

O, dat valt wel mee hoor.

Nou, dat is niet altijd zo.

Hmm, anderen vinden dat vaak moeilijk.

Onverwachte reactie.

Nou, fijn dat het geen probleem voor je is.

Wanneer is het dan wel zo?

En wat vind jij er makkelijk aan?

Opdrachten maken.

2.3 opdracht 1 t/m 6 in je werkboek

2.4 Hoe zorg ik voor mijn leefomgeving

Leerdoelen deze les:

- Je kunt voorbeelden geven wat een omgeving leefbaar maakt

- Je hebt inzicht in de gevolgen van sociaal en asociaal gedrag voor anderen

- Je kunt uitleggen hoe jij reageert als je last hebt van andermans gedrag

Eerst een quiz om te checken wat je nog van de vorige les weet.

Wat is geen kenmerk van solidariteit?

1. Geven en nemen
2. Op jezelf gericht zijn
3. Met elkaar verbonden voelen
4. Iets voor elkaar over hebben

gemeenschap

Soort gemeenschap.

leef- en woongemeenschappen


leer- en werkgemeenschappen


verenigingen


geloofsgemeenschappen

Voorbeeld.

buurten, wijken, dorpen, steden, landen


bedrijven, onderwijs, zorginstellingen, organisaties

sportclubs, politieke partijen, vakbonden


kerken, moskeeën, synagogen, meditatiecentra 

Wat zijn de 4 functies van een gemeenschap?

1. veiligheid, verantwoordelijkheid, steun, sociale contacten
2. veiligheid, verantwoordelijkheid, steun, gezelligheid
3. veiligheid, steun, samenwerken, sociale contacten
4. verantwoordelijkheid, steun, samenwerken, sociale contacten

Online contact behoort tot je sociaal netwerk

1. Juist
2. Onjuist

Noem 3 dingen die er in jouw
ideale woonwijk moeten zijn

Hoe draag jij bij aan je leefomgeving?

• verantwoordelijkheid:                                                                                                     jouw gedrag heeft gevolgen voor andere mensen en de directe omgeving
• sociaal gedrag:                                                                                                                             -zorgt ervoor dat de samenleving goed functioneert                                               - de omgeving blijft leefbaar

Wat zorgt voor minder leefbaarheid?

• asociaal gedrag:                                                                                                               gedrag dat negatieve gevolgen heeft voor anderen en voor de leefomgeving
• overlast:                                                                                                                             gedrag dat door anderen als vervelend wordt ervaren

Noem 1 ding waar mensen zich het meest aan ergeren in hun leefomgeving

Top 5: waar ergeren burgers zich aan?

1 hondenpoep

2 afsteken vuurwerk

3 zwerfvuil

4 onbeschoft/asociaal gedrag

5 te hard rijden

Noem 1 ding waar mensen blij van worden in hun leefomgeving?

Top 5: waar worden burgers blij van?

1 aanwezigheid winkels

2 rekening houden met elkaar

3 elkaar groeten

4 oplettende buurtbewoners

5 voldoende openbaar groen

Kritisch denken: 

hoe vat ik samen wat een ander heeft gezegd?

• herhaal letterlijk
• houd het kort 
• zorg voor een double check                                                                                                                          

Kritisch denken: 

stellen van vragen

• open vraag: nodigt iemand uit om veel te gaan vertellen
• gerichte vraag: voor het krijgen van precieze informatie                                                                                                                        

Terugblik op de leerdoelen van deze les

Leerdoelen deze les:

- Je kunt voorbeelden geven wat een omgeving leefbaar maakt

- Je hebt inzicht in de gevolgen van sociaal en asociaal gedrag voor anderen

- Je kunt uitleggen hoe jij reageert als je last hebt van andermans gedrag

Wat maakt een omgeving leefbaar?

Opdrachten maken

2.4 opdracht 1 t/m 6 in je werkboek