Taak 6 Rekenen aan reacties deel 1

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Let's

https://www.chemspeller.com/index.html?begin

pak je spullen

Mededelingen

Binasweekverslag

spullen laten pakken van te voren

Na de les kan je...

...voorspellen hoeveel van een stof nodig hebt of hoeveel er gaat ontstaan d.m.v. de reactievergelijking en berekeningen met massa's en portieverhoudingen 

...aangeven wat je nog lastig vindt en formuleren wat je hieraan gaat doen

Deze les:

1. Herhaling taak 5 (5 min)
2. Uitleg taak 6 rekenen aan reacties (15 min)
3. Zelf oefenen en huiswerkcheck (10 min)
4. Afsluiting (5 min)

Bewust zijn van wat je hebt geleerd

wie heeft er soms moeite met hoe hij moet leren voor een vak of scheikunde?

Sommige vragen wel eens hoe ze voor de toets moeten leren, let dan goed op nu.

Verrassend genoeg begint leren eerder dan de week of dag voor de toets, namelijk tijdens de lessen! 

Door gewoon goed op te letten en actief mee mee te doen: dus nadenken over de vragen die worden gesteld, aantekeningen maken, opdrachten meedoen en doen wat er gevraagd wordt, dan ben je al een heel eind.

Vandaag heb ik nog een tip: zet al gewoon tijdens de les bij dingen die je lastig vindt of nog eens goed naar moet kijken voor als je voor de toets gaat leren een uitroepteken. Dan als de toets komt, kan je makkelijk terugzien welke elementen belangrijk waren of die je nog lastig vond.

Zet deze uitroeptekens tijdens de les!

Taak 5 Herhaling

1. Stel dat propaan onvolledig verbrandt en er alleen koolstofmono-oxide en water ontstaan, wat wordt dan de reactievergelijking?

2. Is dit een ontledingsreactie? Leg uit.

3. Is deze reactie endotherm of exotherm?

Zet een ! bij de opgave als je hem niet helemaal goed had

2C3H8 + 7O2 --> 6CO + 8H2O

Nee, want je begint met 2 beginstoffen

Exotherm want komt energie vrij (reactie tussen brandstof en zuurstof met oxiden als reactieproduct, deze verloopt spontaan)

Taak 6 Rekenen aan reacties

DOC: Naar OneNote

LLn: Schrijf en doe actief mee!

We hebben al gezien dat Dalton de massa's van 1 portie stof heeft kunnen bepalen.

Met deze tabel kan je eigenlijk heel makkelijk gaan rekenen aan reacties en daarmee voorspellingen doen hoeveel je van elke stof nodig hebt én hoeveel van elke stof er ontstaat.

Voorbeeld 1

Hoeveel gram water ontstaat er bij volledige verbranding van 6 gram waterstof? 

En hoeveel gram zuurstof is daarvoor nodig?

Zelf voor doen

Voorbeeld 2: verbranding van methaan

Reachtieschema

• ...CH4 + ...O2 ---> ...CO2 + ...H2O

Element	massa van 1 portie in gram
H	1
C	12
N	14
O	16
S	32
Cu	63,5
Mg	24
Al	27
Na	23
P	31
Fe	56
Ca	40
Cl	35,5

...CH4 + 2O2 ---> ...CO2 + 2H2O

Samen opstellen: vragen wat is methaan?Wat hebben we nodig voor een verbranding? 

Zelf proberen per stap

Als tijd, anders volgende les

Oefenen

Nu:

Huiswerkcheck + opdrachten maken

Dinsdag 17 mei:

Maken: taak 6 opg 1 t/m 3 op p. 24

Zet een ! bij de opgave als je hem niet helemaal goed had / nog lastig vindt

Afsluiting: 

Wat hebben we geleerd?

Leerdoel: 

d.m.v. de reactievergelijking en een berekening met massa's en portieverhoudingen kan je voorspellen hoeveel je van een stof nodig hebt of hoeveel er gaat ontstaan.

Taak: Geef aan wat je lastig vindt en schrijf op hoe je dat gaat verbeteren.

Zijn jullie wijzer geworden dan voor dit uur?

Schrijf op wat je hebt geleerd deze les en wat nog niet. 

1 min zelfstandig 1 min delen met je buurman daarna bespreken

Volgende les

• Overmaat ondermaat 
• Lekker rekenen

Tot Sn Al!

overmaat ondermaat uitleg:

Stoffen kunnen in overmaat en in ondermaat aanwezig zijn.

Als een stof in overmaat aanwezig is, betekent dat er meer dan genoeg is voor de reactie. Niet alles zal opreageren en blijft dus over.

De stof die wel helemaal op reageert is dan in ondermaat. De ondermaat bepaald hoeveel eindproduct er ontstaat.

Actieve werkvorm.

paaseitjes thuis --> uitdelen aan leerlingen

Ik zoek vrijwilligers, als je vrijwilliger wilt zijn steek je hand op.

Ik heb X vrijwilligers en Y eitjes. Dit zijn mijn 'beginstoffen' Als iedere vrijwilliger 1 eitje krijgt (reageert), wat houd ik dan over? 

Vrijwilligers of eitjes?

Wat is dan in overmaat aanwezig? en wat in ondermaat?

Nu heb ik dezelfde hoeveelheid vrijwilligers en dezelfde hoeveelheid eitjes als daarnet. Maar nu krijgt/reageert met Z aantal eitjes. Dus nu is 1 portie eieren niet 1 ei maar Z eieren. Wat is nu de ondermaat? En is dus de beperkende factor.

Dus je vergelijkt het aantal porties dat je hebt van een stof met elkaar. De grootste is overmaat en de kleinste is de ondermaat. De kleinste reageert op (ondermaat). En van de overmaat blijft er dus over.