"Na deze les weten jullie wat functies zijn, weten jullie wat argumenten zijn en kunnen jullie functies herkennen in een stuk code."
Slide 3 - Slide
Opzet Arduino programma
void main()
{
//Eenmalig uitvoeren, bijvoorbeeld initialisatie van variabelen
}
void loop()
{
//Programma, wordt continu herhaald, denk aan while(1==1)
}
Slide 4 - Slide
Functies
We kunnen zelf functies maken.
Een functie kan 1 waarde "teruggeven". In het geval van 'void' wordt er niets "teruggegeven". Met de return in de functie geven we aan welke waarde er moet worden "teruggegeven".
Slide 5 - Slide
Return waarden
void loop() Geeft geen waarde terug
int functie1() Geeft een integer terug
byte functie2() Geeft een byte terug
Slide 6 - Slide
Functies zonder argumenten
void zet_led_aan()
{
//Zet de LED aan
digitalWrite(led, HIGH);
}
Slide 7 - Slide
Argumenten
Je kunt meerdere waarden aan een functie "meegeven". Dit worden argumenten genoemd.
Slide 8 - Slide
Functies met argumenten
int optellen(int getal1, int getal2)
{
int uitkomst;
uitkomst = getal1 + getal2;
return uitkomst;
}
Slide 9 - Slide
Functies met argumenten
int vermenigvuldigen(int getal1, int getal2)
{
int uitkomst;
uitkomst = getal1 * getal2;
return uitkomst;
}
Slide 10 - Slide
Functies met argumenten
int macht_uitrekenen(int grondtal, int macht)
{
int uitkomst = 1;
while(macht > 0)
{
uitkomst = uitkomst * grondtal;
macht--;
}
return uitkomst;
}
Slide 11 - Slide
De output van een functie
void main()
{
//Eenmalig uitvoeren, bijvoorbeeld initialisatie van variabelen
}
void loop()
{
//Programma, wordt continu herhaald, denk aan while(1==1)
}
Slide 12 - Slide
Vooruitblik op de toets
Jullie krijgen een stukje code met een aantal vragen.
Je kunt in totaal 10 punten halen. Het cijfer telt mee als bonus bij de wiskundetoets.