7.4 Voedsel verteren

Wat weet je nog van de vorige les?
1 / 33
next
Slide 1: Open question
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 1 - Open question

Wat gaan we doen vandaag?
1. terugkijken vorige les
2. Huiswerk bespreken
3. Film eetstoornissen
4. Nieuwe paragraaf 7.4 Voedsel verteren
5. Opdrachten maken
6. Terugkijken les

Slide 2 - Slide

Wat is vertering???

Slide 3 - Open question

Vertering

Slide 4 - Slide

Vertering
Water, mineralen en vitaminen kunnen zo het bloed in. 

Koolhydraten, zetmeel en vetten moeten eerst kleingemaakt worden.
Dit gebeurt door verteringssappen

Slide 5 - Slide

Waar begint de vertering?

Slide 6 - Slide

Vertering

Slide 7 - Slide

Waar begint de vertering?
Peristaltische bewegingen

Slide 8 - Slide

Vertering

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Vertering

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Vertering

Slide 15 - Slide

Vertering

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Vertering

Slide 18 - Slide

Vertering

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Opdrachten
Maak in de les: 1 t/m 6
Huiswerk: 1 t/m 13 (7.4)

Slide 21 - Slide

Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
Anus

Slide 22 - Drag question

Peristaltische bewegingen zorgen dat
A
een arts met een cameraatje in je darmen kan kijken
B
voedsel wordt gekneed en voortgeduwd
C
je moet overgeven
D
kringspieren en lengtespieren zich ontspannen

Slide 23 - Quiz

Wat is vertering?
A
Energie in voedingsstoffen gebruiken om te bewegen
B
Voedingsstoffen opnemen in het bloed
C
Voedingsstoffen gebruiken om cellen te bouwen
D
Voedingsstoffen klein maken

Slide 24 - Quiz

Welke stof hoeft niet verteerd te worden?
A
Mineralen
B
Vetten
C
Koolhydraten
D
Zetmeel

Slide 25 - Quiz

Is speeksel een verteringssap?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

De lever maakt gal. Wat is de functie van gal?
A
Gal is een hulpstof voor de vertering van koolhydraten.
B
Gal bevat een enzym voor de vertering van vetten.
C
Gal is een hulpstof voor de vertering van vetten.
D
Gal bevat een enzym voor de vertering van eiwitten.

Slide 27 - Quiz

In de galblaas wordt gal gemaakt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Wat gebeurt er in de dunne darm?
A
De voedingsstoffen worden opgenomen in het bloed.
B
Het water wordt uit de voedselbrij gehaald.
C
Voedselresten worden opgeslagen tot je moet poepen.

Slide 29 - Quiz

Huiswerk nakijken
8 t/m 13

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Link

Slide 32 - Link

Huiswerk
maken: opdracht 14 t/m 22

Slide 33 - Slide