wk 35: les 2 - vertelperspectief

Donderdag 1 september - 2GT1
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik
  • Fictie: vertelperspectief
  • Aan de slag!










timer
10:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Donderdag 1 september - 2GT1
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik
  • Fictie: vertelperspectief
  • Aan de slag!










timer
10:00

Slide 1 - Slide

Vorige les heb je...
...kennisgemaakt met je docent Nederlands.
...geleerd wat emotionele spanning is.
...geleerd wat intellectuele spanning is.

Slide 2 - Slide

Deze les ga je leren...
...welke 3 vertelperspectieven er zijn.

Slide 3 - Slide

Terugblik: spanning
Emotionele spanning
De lezer weet meer dan de personages.

Intellectuele spanning
De lezer weet minder of net zoveel als de personages. 

Slide 4 - Slide

Spanning blz. 31
Vraag 3
Vraag 6
Vraag 7

Slide 5 - Slide

Perspectief: wie vertelt het verhaal?
  • Ik-verteller
  • Personale verteller
  • Auctoriale/alwetende verteller

Slide 6 - Slide

Vertelperspectief
Vertelperspectief
Het standpunt van waaruit een verhaal wordt verteld.

1. Ik-verteller
De gebeurtenissen worden verteld door een personage in de ik-vorm.

2. Personale verteller
De gebeurtenissen worden in de hij- of zij-vorm verteld.

Slide 7 - Slide

Vertelperspectief
3. Auctoriale verteller
Dit is een alwetende verteller, die zelf geen rol speelt in het verhaal, maar hij weet alles van alle personages en gebeurtenissen.


Slide 8 - Slide

1. Ik-verteller
  • Je ziet alles door de ogen van de verteller
  • Geschreven in de ik-vorm
  • Leert de ik-persoon heel goed kennen
  • Komt niet te weten wat andere personages voelen of denken

Slide 9 - Slide

1. Ik-verteller
Een ijskoude rilling was langs mijn ruggengraat omhoog gekropen. Op de gastenlijst komen voor het Feest is moeilijker dan geblinddoekt je rijexamen halen. Het verhaal gaat dat ze je van tevoren screenen, al heeft niemand een idee wie die ‘ze’ zijn en hoe dat screenen in zijn werk gaat. Hadden ze me de afgelopen weken in de gaten gehouden? Was ik al die tijd zonder dat ik het doorhad bekeken en afgeluisterd?
                                                (Uit: Zes seconden – Daniëlle Bakhuis)

Slide 10 - Slide

2. Personale verteller
  • Je ziet alles door de ogen van één persoon
  • Geschreven in de hij- of zij-vorm
  • Leert de hoofdpersoon goed kennen

Slide 11 - Slide

2. Personale verteller
Gieles probeerde zich een schuddende aarde voor te stellen. Een schuddend dak was hem niet vreemd. Als ‘s nachts zware vrachtkisten opstegen, bonkte het dak als een oude centrifuge. Gieles zapte weg van de aardbeving naar Animal Planet. Een vlooiende bonobo en haar jong zaten onder een boom. Zijn vriend Toon vertoonde overeenkomsten met apen.
                                           (Uit: Glijvlucht – Anne-Gine Goemans)

Slide 12 - Slide

3. Alwetende verteller
  • De verteller is iemand die alles weet van alle personages
  • Geschreven in de hij- en zij-vorm
  • Komt te weten wat alle personages zien, horen, voelen en denken
  • Verteller weet wat er is gebeurd en wat nog gaat gebeuren

Slide 13 - Slide

3. Alwetende verteller
Die nacht slaapt Oliver aan één stuk door, hoewel hij zich 's ochtends meent te herinneren dat hij Bendik weg heeft zien gaan en terug heeft horen komen. Oliver zal hem er straks naar vragen, maar het gaat weer net als de dag ervoor: Bendik staat pas op aan het begin van de middag, als Oliver alle klussen al heeft gedaan, en ook zijn lijstje met thuistrainingsoefeningen heeft afgewerkt.                        (Uit: Oliver – Edward van de Vendel)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Opdracht vertelperspectief

De zin: 'Later zou hij nog vaak aan deze dag terugdenken', kom je tegen bij . . .
A
ik-verteller
B
alwetende verteller
C
personale verteller

Slide 16 - Quiz

'Ik liep naar het lokaal toe. Ik wist toen al dat ik een 8 voor de toets zou gaan halen, zo goed had ik geleerd.'
A
ik-verteller
B
personale verteller
C
alwetende verteller

Slide 17 - Quiz

Opdracht vertelperspectief

Als je graag meeleeft met de hoofdpersoon, lees je het liefst boeken met een . . .
A
alwetende verteller
B
personale verteller
C
ik-perspectief

Slide 18 - Quiz

Aan de slag!
Maken:
Vraag 3, 4, 5, 6, 7 (blz. 35)

Huiswerk voor volgende les

Slide 19 - Slide

Einde van deze les

Slide 20 - Slide