Een
koppelwerkwoord koppelt het onderwerp aan het naamwoordelijk deel:
Ik | ben | leraar op een middelbare school.
De aanvulling die iets zegt over het onderwerp = leraar op een middelbare school
koppelwerkwoord = ben
naamwoordelijk deel (ND) = leraar op een middelbare school
naamwoordelijk gezegde (KWW + ND) = ben leraar op een middelbare school