Bestekken en calculeren

Bestekken en calculeren
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Hout en meubelMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Bestekken en calculeren

Slide 1 - Slide

STABU-bestek
De STABU besteksystematiek voor de woning- en utiliteitsbouw heeft de volgende hoofdstukken en paragrafen. 

Slide 2 - Slide

Begroting/ raming
Vanaf het eerste moment dat er over een werk wordt nagedacht, wil de opdrachtgever weten wat het gaat kosten. Om die reden wordt er vanaf het begin gewerkt met begrotingen. Maar een begroting is in het begin niet echt nauwkeurig, slechts een schatting van de kosten. 

Slide 3 - Slide

Als het ontwerp definitief wordt en de constructies en materialen bepaald zijn, dan kan de..................
A
Begroting nog lang niet worden opgesteld
B
begroting nauwkeurig(er) worden opgesteld
C
begroting voor een raming worden opgesteld
D
begroting voor alleen intern gebruik worden opgesteld

Slide 4 - Quiz

Wat is een bestek?
Het bestek is een gedetailleerd document waarin alle eisen, voorwaarden, specificaties en richtlijnen staan beschreven die betrekking hebben op het bouwproject.  

Slide 5 - Slide

Nota van inlichtingen.
Een nota van inlichtingen is een document dat wordt gebruikt tijdens het aanbestedingsproces van een bouwproject om aanvullende informatie, verduidelijkingen, of antwoorden op vragen over het bestek te verstrekken.  betrokken partijen – zoals potentiële inschrijvers (aannemers) – dezelfde, eenduidige informatie te bieden.

Slide 6 - Slide

De nota van inlichtingen wordt opgesteld door de hoofdaannemer
A
Dit klopt
B
Nee, dit is de opdrachtgever
C
Dit doet de opdrachtgever in opdracht van de WKB
D
Klopt, maar die laat zich informeren door WKA

Slide 7 - Quiz

Uitleg nota van inlichtingen
Dit document wordt opgesteld door de opdrachtgever en is bedoeld om alle betrokken partijen – zoals potentiële inschrijvers (aannemers) – dezelfde, eenduidige informatie te bieden.

Slide 8 - Slide

Voor wie is het ook belangrijk dat ze de informatie uit de nota ontvangen?

Slide 9 - Open question

Uurnorm
De hoeveelheid arbeid (in uren) die nodig is voor een bepaalde bewerking.
Bijvoorbeeld: het leggen van 1 vierkante meter tegels kan een urennorm hebben van 0,8 uur.

Slide 10 - Slide

Welke gegevens heb je nodig voor een calculatie?
A
Bestek en tekeningen
B
Bestek, tekeningen, 2jours, nota van inlichtingen
C
Bestek, tekeningen, nota van inlichtingen, proces-verbaal van aanwijzing
D
Bestek, tekeningen, nota van inlichtingen.

Slide 11 - Quiz

Het kan voorkomen dat er na alle gegevens nog onduidelijkheden zijn.
A
Verkeerde interpretatie is niet bindend
B
Als aannemer moet je toch een prijs afgeven, dit is een risico
C
Je geeft een prijs af, maar alles wordt geïndexeerd.
D
Je loopt geen risico bij alleen een calculatie

Slide 12 - Quiz

AK ook wel staartkosten genoemd
AK = algemene bedrijfskosten. 
Niet gebonden aan bouwactiviteit of een bepaalde projectfase, maar wel noodzakelijk voor het uitvoeren van het bouwproject. gemiddeld 7,5 procent van de aanneemsom

Slide 13 - Slide

De volgende posten zijn in de staartkosten opgenomen:
  • Bouwplaatsvoorzieningen
  • Verlet
  • Algemene bedrijfskosten
  • Algemene kosten over de onderaanneming
  • Renteverlies
  • Risico
  • Winst
  • C.A.R. verzekering
  • BTW
Lesopdracht, zoek op internet op wat dit voor kosten zijn
Lever in teams in. maximaal 20 minuten

Slide 14 - Slide

Welke kosten vallen er allemaal onder de AK
A
Administratie, HR, huisvesting, calculatie
B
Uitvoerder, Materiaal, materieel
C
Alle kosten van de bouw
D
Alle kosten behalve materieel

Slide 15 - Quiz

''De STABU-systematiek wordt in de B&U-sector het meest gebruikt''
Wat is B&U-sector
A
Burger & Utiliteitsbouw
B
Bouw & Uitvoeringsfase
C
Bouw & Uitvoeringsector
D
Beroepsmatig & Utiliteitsbouw

Slide 16 - Quiz

In welke fase gebruik je een bestek?
(kies twee mogelijkheden)
A
prijs- of contractvormingsfase
B
Uitvoeringsfase
C
Alarmfase
D
Overgangsfase

Slide 17 - Quiz

Onder de algemene kosten vallen de overheadkosten van de aannemer. De aannemer rekent de algemene kosten vaak als percentage van zijn totale omzet toe aan de individuele werken
A
Dit is niet waar
B
C
D
Dit is waar

Slide 18 - Quiz

Met de inschrijvingsbegroting berekent de aannemer de......
A
Kostprijs t.b.v. aanschaf materiaal en materieel
B
Kostprijs t.b.v. nota van inlichtingen
C
Kostprijs t.b.v. aanbesteding
D
materialen en uren, maar geen kostprijs

Slide 19 - Quiz