6.1 Over zeeën en oceanen

Tijdvak 6 Tijd van regenten en vorsten 

6.1 Over zeeën en oceanen 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with text slides.

Items in this lesson

Tijdvak 6 Tijd van regenten en vorsten 

6.1 Over zeeën en oceanen 

Slide 1 - Slide

Planning
- Introductie KA's
- Activeren voorkennis
- Uitleg 
- Opdracht
- KA beantwoorden
- Afsluiting

Slide 2 - Slide

Kenmerkende aspecten
23. Het streven van vorsten naar absolute macht
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
26. De wetenschappelijke revolutie

Slide 3 - Slide

Kenmerkende aspecten
24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie


Slide 4 - Slide

Wat weet je al over dit onderwerp? 

Slide 5 - Slide

Landbouw en nijverheid
- In de 17e eeuw was in grote delen van Europa 70% werkzaam in de landbouw
- In de kustgewesten was dit maar 40%
- 1/3 van de bevolking werkte in de nijverheid
- In West-NL hoge zeespiegel> hoge grondwaterstand> hierdoor werd akkerbouw onmogelijk


Slide 6 - Slide

- Arme boeren met weinig landbouwgrond zochten bijverdiensten en verkochten garens, stoffen en turf
- Andere gingen helemaal over op de commerciële landbouw (landbouw die zuivelproducten en grondstoffen voor de nijverheid produceert)
- In veel steden in kustgewesten ontstond gespecialiseerde nijverheid (Zaanstreek: scheepsbouw) 

Slide 7 - Slide

- Er vond ook schaalvergroting plaats: eerst veel spinsters eigen garens verkopen maar in 17e eeuw hadden enkele handelaren zich opgewerkt tot drapeniers:
- mensen die het gehele proces van de textielindustrie beheersten
- Arme wevers en boeren kwamen nu in een manufactuur terecht (nijverheidsbedrijf)
- Sociale verschillen tussen arme loonarbeiders en rijke ondernemers nam toe 

Slide 8 - Slide

Handelscompagnieën
- De landbouw in de Republiek leverde steeds minder op maar de bevolkingsomvang nam juist toe
- Hierdoor sprake van toenemend graantekort
- Ontstaan moedernegotie (moeder van de handel)
-  Handelaren kochten in Noord-Duitse gebieden en in de Baltische gebieden grote hoeveelheden graan op 
- Dit verkochten ze in de kustgewesten van Republiek

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

- Graan werd geïmporteerd en zuivelproducten, aangevuld met gezouten vis werden naarhet Oostzeegebied geëxporteerd
- De handel in vis nam ook toe (goedkope vleesvervanger)

Slide 11 - Slide

- Handelaren en schippers raakten vertrouwd met het varen op zee
- Handelsgebied strekte zich steeds verder uit
- In de 17e eeuw begonnen Hollanders aan de Straatvaart 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

- Er ontstonden verschillende handelscompagnieën 
- Handelsschepen brachten de geïmporteerde producten naar Amsterdam
- Hier ontstond een stapelmarkt 
- De stad groeide uit tot het centrum van het handelskapitalisme 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

- Portugezen en Spanjaarden behaalden veel winst uit de 'Nieuwe Wereld'
- Er ontstond onderlinge concurrentie tussen kleine compagnieën in de Republiek
- Prijzen van specerijen stegen in De Oost maar daalden in de verkoop in Europa
- Hier moest een oplossing voor komen...

Slide 16 - Slide

Verenigde Oost-Indische compagnie
- Om concurrentie tegen te gaan gingen de handelscompagnieën in 1602 samenwerken>
- Ontstaan VOC

Slide 17 - Slide

- De VOC kreeg van de Staten-Generaal (die ging over buitenlandse politiek) een handelsmonopolie in Azië

Slide 18 - Slide

- De VOC kreeg daarnaast het recht om handelsovereenkomsten met inlandse vorsten af te sluiten, soldaten en bestuursambtenaren in dienst te nemen, aan vreemde kusten forten te bouwen en oorlog te voeren

Slide 19 - Slide

- In 1600 hadden Britse kooplieden zich verenigd in de East India Company  en de Fransen in 1642 met de Compagnie d'Orient
- Deze compagnieën beconcurreerden elkaar fel

Slide 20 - Slide

- De VOC dwong vaak met geweld de handelsrechten af in De Oost
- Jan Pietersz. Coen is hiervan een bekend voorbeeld
- Hij was gouverneur-generaal van de VOC

Slide 21 - Slide

- Ondanks verkoopafspraken met de VOC verkochten de Bandanezen (Banda eilanden) nootmuskaat en foelie aan Portugezen en Engelsen
- Coen reageerde met militaire expeditie die duizenden mensen het leven kostte.
- Overlevenden werden als slaven naar Batavia vervoerd

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

West-Indische Compagnie
- 1621 oprichting WIC
- Vooral handelen in De West
- Probeerden een deel van winstgevende slavenhandel van Spanjaarden over te nemen
- Kregen van de SG kapersbrieven: toestemming om schepen van de vijand (Spanje) aan te vallen en te kapen
- Bekende kaping?

Slide 25 - Slide

Piet Hein 
Zilvervloot

Slide 26 - Slide

- Doordat de handel verschillende werelddelen verbond, was er steeds meer sprake van een wereldeconomie
- VOC verkocht opium uit India in China en NL-Indië
- Met opbrengst hiervan kochten ze specerijen, zijde, katoen en porselein
- WIC trans-Atlantische slavenhandel 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Opdracht JP Coen: held of schurk
Lees de tekst en maak daarna (zo uitgebreid mogelijk) de volgende afweging:

- Moeten wij Jan Pietersz. Coen eren of het standbeeld verwijderen?

Gebruik hierbij je kennis over de Gouden Eeuw in de Republiek

Slide 29 - Slide

Kenmerkende aspecten
23. Het streven van vorsten naar absolute macht
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
26. De wetenschappelijke revolutie

Slide 30 - Slide