Hst 4 IS-MB-GA model

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Hst 4 IS-MB-GA model

Agenda les

• Korte herhaling IS-MB-GA model
• Aan de slag 
• Huiswerk

IS-MB-GA model

Het model geeft de verbanden weer tussen inkomen, rente en inflatie op korte termijn waarbij Y niet gelijk is aan Y*

IS= evenwicht goederenmarkt (inkomen en reële rente) > Y=EV

MB= Monetair beleid centrale bank (geeft aan hoe hoog een CB de rente wil zetten bij ieder niveau van inflatie

GA= geaggregeerde aanbod van goederen en diensten bij ieder niveau van inflatie

Het keynesiaanse kruis

Y=inkomen

EV= effectieve vraag = C+I+O (in een gesloten economie)

Bestedingen zijn 200 bij Y=0

> (autonome) bestedingen die onafhankelijk zijn van het inkomen

Inflatie en reële rente constante in dit model

Uitleggen evenwijdig verschuiven lijn bij stijging autonome bestedingen Co, Io en/of O

3.3 Keynesiaanse kruis: goederenmarkt

2 kruisende lijnen:

• de Y=EV deze lijn geeft alle combinaties weer waarbij geldt dat het inkomen gelijk is aan de bestedingen (= evenwichtsvoorwaarde model)
• EV=C+I+O deze lijn geeft de (voorgenomen) bestedingen van gezinnen, bedrijven en overheid weer bij elke hoogte van het inkomen.

Bij snijpunt: KT evenwicht op de goederenmarkt > bestedingen kunnen gefinancierd worden door overheid, gezinnen en bedrijven. Inflatie en reële rente zijn constant.

IS-vergelijking: I=S+(B-O)

• Evenwicht goederenmarkt = ook evenwicht vermogensmarkt
• Evenwicht vermogensmarkt: S=I+ (O-B)
• Herschijven naar IS vergelijking: I=S+(B-O)
• IS-curve geeft alle combinaties tussen de reële rente (r) en inkomen (Y) waarbij evenwicht op de goederenmarkt bestaat.
• IS-curve = rechte dalende lijn (ondanks benaming). 
• Dalend want verband rente en inkomen (Y) is negatief. (Als rente stijgt minder consumptie)
• Maakt het effect van monetair beleid CB op het evenwichtsinkomen (Y) zichtbaar.
• Laat ook zien hoe het inkomensevenwicht zal veranderen door begrotingsbeleid van de overheid.

Bij rente 2% wordt Y=800

Bij rente 3% wordt Y=600 

Stijging rente > Io daalt > bestedingslijn daalt

Stijging rente > marginale consumptiequote c daalt > consumenten gaan meer sparen > bestedingslijn vlakker lopen

MB-curve

• MB= Monetaire beleidsregel van CB
• CB gebruikt nominale rente bij monetair beleid (enkelvoudig mandaat - prijsstabiliteit)
• Grafiek IS echter weergave verband reële rente en inkomen
• MB-curve= Horizontale lijn 
• Duaal mandaat FED > reële rente CB bepaald door de inflatie en outputgap

Monetair beleid

• MB-lijn schuift naar boven bij renteverhoging (bij een te hoge inflatieverwachting)
• MB-lijn schuift naar beneden bij renteverlaging.
• Reële rente= nominale rente- verwachte inflatie

Ga curve (geaggregeerde aanbod)

• Het totaal aan goederen en diensten in bepaalde periode dat wordt aangeboden.
• Inflatie t.o.v. aanbod
• Werkelijke inflatie afhankelijk van:
  - de verwachte inflatie
  - de omvang van de outputgap (hoogconjunctuur extra inflatiedruk)
  - de mate van prijsflexibiliteit (hoe passen prijzen zich aan bij veranderingen van de outputgap - prijsrigiditeit en loonstarheid)

Maak Opdracht 4.2 

Opdracht 4.2 

Dalen

Dalen

Omlaag

niet verschuiven

omhoog

naar rechts

Ga lijn schuift omhoog met de gestegen inflatieverwachting

De CB verhoogt de reële rente zodanig dat het inkomen vanuit Y1 daalt naar Y2.

Neem nieuwe stippellijnen over in middelste grafiek.

Teken daar GA2 en MB2

Teken vanuit de IS-MB-grafiek met een stippellijn naar de GA -curve de nieuwe hoogte van de inflatie 2.

Ga lijn schuift omhoog met de gestegen inflatieverwachting

De CB verhoogt de reële rente zodanig dat het inkomen vanuit Y1 daalt naar Y2.

Neem nieuwe stippellijnen over in middelste grafiek.

Teken daar GA2 en MB2

Teken vanuit de IS-MB-grafiek met een stippellijn naar de GA -curve de nieuwe hoogte van de inflatie 2.

Zelf aan de slag

• lees hst 4 tot opdracht 4.5
• Maak opdracht 4.4 

Huiswerk

• lees hst 4 tot opdracht 4.5
• Maak opdracht 4.2 t/m 4.4