2.2 het Hellenisme

Het rijk van Alexander de Grote (356-323)
  • zoon van Philippus van Macedonië, veroveraar van Griekenland
  • zwakte Griekse stadstaten: onderlinge verdeeldheid
  • Alexander breidde rijk enorm uit tot Perzische Rijk, gevolg:
  • verspreiding van de Griekse cultuur 
  • Oorzaken successen: 
  • kwaliteiten Alexander de Grote 
  • speelde in op regionale sentimenten
  • gemengde elite / stichting nieuwe steden

1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 26 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het rijk van Alexander de Grote (356-323)
  • zoon van Philippus van Macedonië, veroveraar van Griekenland
  • zwakte Griekse stadstaten: onderlinge verdeeldheid
  • Alexander breidde rijk enorm uit tot Perzische Rijk, gevolg:
  • verspreiding van de Griekse cultuur 
  • Oorzaken successen: 
  • kwaliteiten Alexander de Grote 
  • speelde in op regionale sentimenten
  • gemengde elite / stichting nieuwe steden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

hellenistische cultuur in Azië en Egypte
  • na dood Alexander (323) ontstonden diadochenrijken
  • verspreiding Griekse cultuur door migratie en nieuwe steden
  • deze Griekse beschaving wordt Hellenisme genoemd (>Hellas)
  • Elementen hellenisme:
  • Grieks bestuurstaal 
  • poleis bleven bestaan, alhoewel olichargisch en oiv heerser
  • gevolg: de facto einde de democratie

Slide 4 - Slide

culturele veranderingen
  • steden kregen ander uiterlijk:
  • rechthoekig stratenplan
  • theaters
  • gymnasia
  • Griekse tempels
  • beeldende kunst:
  • perfecte weergave van anatomie

Slide 5 - Slide

theater van 
Epidaurus

Slide 6 - Slide

gymnasia 
sportterrein

Slide 7 - Slide

Kenmerken Hellenistische kunst:
  • 300 - 100 v. Chr.
  • virtuositeit in beweging en anatomie
  • ingewikkelde composities oa. in  beeldengroepen
  • gevoelens en hartstocht
Borghese gladiator door Agasias van Efese
Hellas: griekse benaming 
voor Griekenland

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

priester Laocoön en zijn zoons

Slide 10 - Slide

Vergelijking met Romeinse Beeldhouwkunst: geen ideaalbeeld

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Ontstaan en uitbreiden van het Romeinse Rijk
  • imperium opgebouwd vanaf 3e eeuw v. C.
  • elementen: veiligheid, macht, roem, inkomsten, slaven
  • middelen: diplomatie en leger (> wegen)
  • Romanisering bevorderd door: 
  • 1. relatieve tolerantie
  • 2. elite opnemen in bestuursstructuur
  • veteranen vestigden zich in overwonnen gebieden 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

0

Slide 17 - Video

bestuur: magistraten
  • Senaat (patriciërs, 'nobiles')
  • 2 consuls (vetorecht)
  • volksvergaderingen (burgerrecht)
  • 10 volkstribunen (plebejers)
  • patronagesysteem (cliënten)

Slide 18 - Slide

0

Slide 19 - Video

het Romeinse keizerrijk

  • Caesar: dienaar van het volk of tiran? 
  • groot prestige opgebouwd >
  • consul voor het leven >
  • vermoord door senatoren (44 v.C)
  • na machtsstrijd: Octavianus >
  • begin keizerrrijk:
  • Augustus (27-14) 

Slide 20 - Slide

'de Verhevene'
  • opperbevelhebber 
  • benoeming bestuurders
  • senaat minder machtig
  • begin 'Pax Romana':
  • ondanks opstanden, samenhang Rijk niet bedreigd
  • plutocratisch

Slide 21 - Slide

verspreiding Grieks-Romeinse cultuur
  • vooral in westelijk deel van het Romeinse Rijk: onderontwikkeld
  • elementen: tempels/triomfbogen/standbeelden/bestuursgebouwen
  • Gallië: schrift/muntgeld/badhuizen/cv
  • goden in mensengedaanten/Latijn/kleding/eten

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Badhuis in Bath (Eng)
centrale verwarming

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide