This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Gasten ontvangen
Slide 1 - Slide
Hoe heet een sauskom ook wel?
A
Cocotte
B
Saucière
C
Legumière
Slide 2 - Quiz
Hoe heet een ovenschaaltje ook wel?
A
Cocotte
B
Saucière
C
Legumière
Slide 3 - Quiz
Water en frisdrank zijn Niet-alcoholische dranken.
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 4 - Quiz
Welke dranken hebben een kleine hoeveelheid alcohol, beneden de 0,1%.
A
Alcoholarme dranken
B
Zwak alcoholische dranken
C
Alcoholvrije dranken
Slide 5 - Quiz
Hoe heet een groentebakje ook wel?
A
Saucière
B
Legumière
C
Cocotte
Slide 6 - Quiz
Gang
A
Een spijs of een combinatie van spijzen
B
Een zelfstandig onderdeel van een maaltijd
C
Dit bestaat uit drie componenten: 1. vleesvervanger, vlees, vis, gevogelte of wild 2. groente 3. aardappelen rijst of meelspijs.
D
Voedsel of etenswaren
Slide 7 - Quiz
Gerecht
A
Een spijs of een combinatie van spijzen
B
Een zelfstandig onderdeel van een maaltijd
C
Dit bestaat uit drie componenten: 1. vleesvervanger, vlees, vis, gevogelte of wild 2. groente 3. aardappelen rijst of meelspijs.
D
Voedsel of etenswaren
Slide 8 - Quiz
Maaltijd
A
Een spijs of een combinatie van spijzen
B
Voedsel of etenswaren
C
Een zelfstandig onderdeel van een maaltijd
D
Dit bestaat uit drie componenten: 1. vleesvervanger, vlees, vis, gevogelte of wild 2. groente 3. aardappelen rijst of meelspijs.
Slide 9 - Quiz
Spijzen
A
Voedsel of etenswaren
B
Dit bestaat uit drie componenten: 1. vleesvervanger, vlees, vis, gevogelte of wild 2. groente 3. aardappelen rijst of meelspijs.
C
Een spijs of een combinatie van spijzen
D
Een zelfstandig onderdeel van een maaltijd
Slide 10 - Quiz
Hoe heten mensen die geen vlees of vis eten maar wel eieren, en zuivel?
A
Lacto-vegetariër
B
Pescotariër
C
Ovo-lacto-vegetariër
Slide 11 - Quiz
Hoe heten mensen die geen vlees maar wel vis en andere zeedieren eten?
A
Pescotariër
B
Ovo-vegetariër
C
Ovo-lacto-vegetariër
D
Lacto-vegetariër
Slide 12 - Quiz
Er zijn verschillende groepen vegetariërs. Welke groep eet geen dierlijke producten?
A
Ovo-vegetariër
B
Pescotariër
C
Ovo-lacto-vegetariër
D
Veganist
Slide 13 - Quiz
.........voeding is voeding waarbij is het uitgangspunt dat mens en milieu sterk met elkaar zijn verbonden.
A
Ecologische
B
Biologische
Slide 14 - Quiz
......voeding is voeding die op een zo natuurlijk mogelijke manier wordt gemaakt of gekweekt, zonder kunstmest en chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen
A
Ecologische
B
Biologische
Slide 15 - Quiz
Bij welk dieet worden een of meer voedingsmiddelen helemaal niet meer gebruikt?
A
verwijderd dieet
B
verrijkt dieet
C
vervangingsdieet
D
beperkt dieet
Slide 16 - Quiz
Bij welk dieet worden worden een of meer voedingsmiddelen vervangen door andere?
A
beperkt dieet
B
verrijkt dieet
C
verwijderd dieet
D
vervangingsdieet
Slide 17 - Quiz
Bovenhandse draagmethode
A
Draagmethode waarbij je het tweede bord boven het eerste (onderste) bord draagt.
B
Draagmethode waarbij je het tweede bord onder het eerste bord draagt.
C
Draagmethode waarbij je het tweede bord onder het eerste bord draagt en het derde bord boven het middelste bord draagt.
Slide 18 - Quiz
Onderhandse draagmethode
A
Draagmethode waarbij je het tweede bord onder het eerste bord draagt.
B
Draagmethode waarbij je het tweede bord boven het eerste (onderste) bord draagt.
C
Draagmethode waarbij je het tweede bord onder het eerste bord draagt en het derde bord boven het middelste bord draagt.
Slide 19 - Quiz
Gecombineerde draagmethode
A
Draagmethode waarbij je het tweede bord onder het eerste bord draagt.
B
Draagmethode waarbij je het tweede bord boven het eerste (onderste) bord draagt.
C
Draagmethode waarbij je het tweede bord onder het eerste bord draagt en het derde bord boven het middelste bord draagt.
Slide 20 - Quiz
Een drankje dat vóór de maaltijd geserveerd wordt om de eetlust op te wekken, heet een.....
A
aperitief
B
digestief
Slide 21 - Quiz
Een drankje dat na de maaltijd gedronken wordt om de spijsvertering te bevorderen, heet een.......
A
aperitief
B
digestief
Slide 22 - Quiz
Alcoholarme drank
A
minimaal 15% alcohol
B
0% alcohol
C
tussen de 0,2% en 1,2% alcohol
D
tussen de 15 en 20% alcohol
Slide 23 - Quiz
Alcoholvrije drank
A
maximaal alcoholpercentage van 15%
B
beneden de 0,1% alcohol
C
minimaal 15% alcohol
D
0% alcohol
Slide 24 - Quiz
Gedistilleerde drank
A
maximaal alcoholpercentage van 15%
B
minimaal 15% alcohol
C
beneden de 0,1% alcohol
D
tussen de 0,2% en 1,2% alcohol
Slide 25 - Quiz
Zwak-alcoholische drank
A
minimaal 15% alcohol
B
0% alcohol
C
maximaal alcoholpercentage van 15%
D
tussen de 15 en 20% alcohol
Slide 26 - Quiz
Zuidwijn
A
minimaal 15% alcohol
B
0% alcohol
C
beneden de 0,1% alcohol
D
tussen de 15 en 20% alcohol
Slide 27 - Quiz
Niet-alcoholische drank
A
maximaal alcoholpercentage van 15%
B
minimaal 15% alcohol
C
0% alcohol
D
beneden de 0,1% alcohol
Slide 28 - Quiz
Hoe kun je lichte hapjes tussendoor ook wel noemen?
A
Continentaal ontbijt
B
Snack
C
Sandwich
D
Kleine eetwaren
Slide 29 - Quiz
Een menukaart is hetzelfde als een spijskaart.
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 30 - Quiz
Menu
A
drie afzonderlijke gangen die samen een volledige maaltijd vormen en in de juiste volgorde worden geserveerd
B
voedsel of etenswaren, dus alles wat eetbaar is
C
een spijs of een combinatie van spijzen die als één geheel worden geserveerd
D
een zelfstandig onderdeel van een maaltijd dat bestaat uit een enkel gerecht of een combinatie van gerechten
Slide 31 - Quiz
Uit welk land komt Sherry?
A
Italië
B
Portugal
C
Spanje
D
Frankrijk
Slide 32 - Quiz
Welke gerechten adviseur je een gast die een lichte lunch wil?
A
spareribs
B
gepocheerde kabeljauw
C
stamppotje met andijvie en spek
Slide 33 - Quiz
Welke gerechten adviseur je een gast die een licht dessert wil?
A
fruitsalade
B
bananasplit
C
vanilleroomijs met slagroom
Slide 34 - Quiz
Hoe moet de gastheer/gastvrouw het bestek naar de tafel transporteren als het couvert bij de gasten moet aanpassen?
A
op een transportbord
B
op een dienblad
C
in een bestekbak
Slide 35 - Quiz
Het is druk in het restaurant. De ober wil steeds zo veel mogelijke borden serveren. Welke methode kan hij het beste gebruiken met zijn dragende hand?
A
de onderhandse methode
B
de presenteermethode
C
de bovenhandse methode
D
de gecombineerde methode
Slide 36 - Quiz
Gedistilleerde dranken en sterk alcoholische dranken zijn hetzelfde.
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 37 - Quiz
Wat valt onder de alcoholische dranken?
A
dranken met verminderd alcoholpercentage
B
sterk alcoholische dranken
C
gedistilleerde dranken
D
zwak alcoholische dranken
Slide 38 - Quiz
Er zijn verschillende groepen vegetariërs. Welke groep eet geen vlees maar wel vis en ander zeedieren?
A
pescotariër
B
veganist
C
ovo-lacto-vegetariër
Slide 39 - Quiz
Er zijn verschillende groepen vegetariërs. Welke groep eet geen vlees of vis en ook geen zuivel, maar wel eieren?