8.2

8.2
Liberalisme, nationalisme, conservatisme
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

8.2
Liberalisme, nationalisme, conservatisme

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Stof van dinsdag kort herhalen.
Examenvragen nakijken.
Leren wat liberalisme, nationalisme en conservatisme is.

Slide 2 - Slide

Stof van dinsdag begrepen?
Zet de gebeurtenissen op de juiste volgorde:
a. De nieuwe grondwet van Thorbecke wordt ingevoerd.
b. Nederland en België worden samengevoegd tot Koninkrijk Holland.
c. Algemeen vrouwenkiesrecht.
d. Algemeen mannenkiesrecht.
e. Overal in Europa revoluties.

Slide 3 - Slide

Antwoorden
Zet de gebeurtenissen op de juiste volgorde:
b. Nederland en België worden samengevoegd tot Koninkrijk Holland.
e. Overal in Europa revoluties.
a. De nieuwe grondwet van Thorbecke wordt ingevoerd.
d. Algemeen mannenkiesrecht.
c. Algemeen vrouwenkiesrecht.

Slide 4 - Slide

Examenvragen bespreken

Slide 5 - Slide

Antwoord oefenexamenvraag
Een juist antwoord bevat een juiste afweging waarom bron 9 betrouwbaarder informatie bevat dan bron 10, bijvoorbeeld:
• Bron 9 bevat de meest betrouwbare informatie voor je onderzoek omdat Willem openlijk/publiekelijk aangeeft op welke wijze hij de omwenteling van conservatief naar liberaal heeft gemaakt waardoor hij het niet mooier voorstelt dan dat het is / omdat de informatie te controleren is 2
• Bron 10 bevat de minst betrouwbare informatie voor je onderzoek omdat dit een privébrief van Anna Paulowna aan haar broer is. Zij wil waarschijnlijk niet aan haar broer laten blijken dat haar echtgenoot is gedwongen tot een overstap naar de constitutionele democratie / de reputatie van haar man hooghouden 2

Slide 6 - Slide

Antwoord oefenexamenvraag
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• De democratisering in Nederland werd bevorderd omdat door de verlaging van de census meer mannen / burgers kiesrecht kregen 1
• Vrouwen hadden voor 1887 geen kiesrecht en dat bleef zo 1
• De toevoeging wijst erop dat wat in 1848 nog vanzelf sprak, (namelijk dat vrouwen geen kiesrecht konden hebben) veertig jaar later moest worden vastgelegd omdat de emancipatiebeweging voor vrouwen op gang was gekomen / er discussie was ontstaan over de positie van vrouwen 1

Slide 7 - Slide

Antwoord oefenexamenvraag
Kern van een juist antwoord is:
• Willem II steunt de Belgische koning / stopt de steun aan de orangisten in België (wat een verandering is met de strijd die Willem I voerde tegen de onafhankelijkheid van België na 1830) 1
• In 1848 vinden (liberale) revoluties plaats, Willem II steunt de Belgische koning om zijn eigen positie te beschermen 2

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Liberalisme
  • Het liberalisme komt voor een deel door de verlichtingsfilosofen:
  • “Mensen hebben natuurrechten.”​ “Een koning is verplicht om goed voor zijn volk te zorgen.”​
  • Ook komt het liberalisme door nieuwe economische ideeën.​
  • Adam Smith: De overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met de handel en de welvaart, zodat mensen zo rijk mogelijk kunnen worden.
  • --> vrijemarkteconomie.​
  •  Liberalen willen dat de overheid zich zo min mogelijk met de samenleving bemoeit. 
  • Mensen moeten in vrijheid hun eigen keuzes kunnen maken. 
  • Alleen natuurrechten zoals veiligheid moeten worden gegarandeerd door de overheid.​
  • Liberalen zijn niet voor algemeen kiesrecht: gewoon volk en fabrieksarbeiders zouden te dom zijn om te stemmen.





Slide 10 - Slide

Nationalisme en conservatisme
  • Nationalisme: sterke voorliefde voor eigen land, taal, cultuur of volk.
  • --> Elk volk (natie) heeft het recht op een eigen natiestaat.

  • --> Tegen het nationalisme en liberalisme stond conservatisme:
  • Conserveren --> bewaren --> alles moet blijven zoals het was.
  • Franse Revolutie heeft bewezen hoe gevaarlijk verandering is.
  • Monarchie, kerk, adel en leger zijn uiteindelijk het beste.

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
Maak de oefenexamenvraag.
Je hebt zeven minuten de tijd.
timer
7:00

Slide 12 - Slide

Antwoord oefenexamenvraag
• Van Eck suggereert dat het voorstel voor uitbreiding van het kiesrecht voortkomt uit vrees voor de opkomst van de socialisten / uit vrees voor de 'vierde stand' / uit bezorgdheid over de sociale kwestie 
• de Industriële Revolutie / de beginnende industrialisatie 
• Van Eck stelt (hoge) eisen aan het kiesrecht en zet zich dus af tegen het algemeen kiesrecht (dat de radicale verlichte denkers wilden) 

Slide 13 - Slide

PO kenmerkende aspecten
  • Je werkt alleen.
  • Je maakt bij 18 van de KA's van TV 5 t/m 10 een foto van jezelf met iets wat te maken heeft met het KA.
  • Je legt uit wat je foto ermee te maken heeft.
  • Aan het einde schrijf je een kort verhaaltje over wat je hebt geleerd.
  • Ga hier nu mee aan de slag: welke KA's? maak een plan, welke foto's?

Slide 14 - Slide