Kapitel 9 Einkaufen
1 / 18
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Slide
Hoe vertaal je ........ tegen mij?
Slide 4 - Open question
Na welke vijf voorzetsels krijg je de 4e naamval?
Slide 5 - Mind map
Noem uit de Lernliste een Duits product met het goede lidwoord erbij.
Slide 6 - Mind map
Na welke voorzetsels komt er een 3e naamval?
Slide 7 - Open question
Meine Schuhe sind ......... (duitse kleur intypen)
Slide 8 - Mind map
Vertaal: Die Tasche ist sehr teuer.
Slide 9 - Open question
Die Butter =
A
de butler
B
de bom
C
de boter
D
de bomen
Slide 10 - Quiz
Noem vier Duitse merk of bedrijf.
Slide 11 - Open question
vertaal: de ham
Slide 12 - Open question
vertaal: pinnen
Slide 13 - Open question
vertaal: de slagerij
Slide 14 - Open question
Welk gevoel heb je erbij dat je morgen weer de klas ziet?
Slide 15 - Mind map
vertaal: das Stück
Slide 16 - Open question
vertaal: de ijssalon
Slide 17 - Open question
vertaal: de groente
