2.1 Wereldwijde luchtstromen

2.1 Wereldwijde luchtstromen

Waarom?
Wat weet je al?
Uitleg paragraaf
Aan de slag!
Exit ticket



1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.1 Wereldwijde luchtstromen

Waarom?
Wat weet je al?
Uitleg paragraaf
Aan de slag!
Exit ticket



Slide 1 - Slide

Klimaat en landschap
Waarom leren over klimaat- en landschapszones?
Bron
https://klimaatadaptatienederland.nl/actueel/actueel/nieuws/2021/nieuw-ipcc-rapport/

Slide 2 - Slide

Wat weet je al en wat wil je leren?
Weer en klimaat
In welke klimaatzone wonen wij?
Welke factoren beïnvloeden het klimaat?

Slide 3 - Slide

Atmosferische circulatie
Leerdoel:

Slide 4 - Slide

Luchtdruk

Slide 5 - Slide

Luchtdruk

Slide 6 - Slide

Intertropische convergentiezone (ITZC)
Het lagedrukgebied rond de evenaar.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Atmosferische circulatie
  1. Evenaar = warm
  2. Lucht stijgt op
  3. Lagedrukgebied dat lucht aanzuigt
  4. Wind waait naar de evenaar toe
  5. Lucht daalt weer rond  30° NB/ZB: ontstaan circulatiecellen
  6. Instabiele lagedrukgebieden rond 60° NB/ZB
  7. Hogedrukgebieden op (koude) polen

Slide 9 - Slide

Corioliseffect
De wet van Buys Ballot (Corioliseffect): De wind waait niet direct van hoog naar laag, maar heeft een afwijking.
  • Op het noordelijk halfrond is dit een afwijking naar rechts vanuit je rug.
  • Op het zuidelijk halfrond is dit een afwijking naar links vanuit je rug gezien.

Slide 10 - Slide

Wind
  • Passaten nabij de evenaar
  • Westenwinden op gematigde breedte
  • Oostenwinden rond de polen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Gevolg

Slide 14 - Slide

Aan de slag
In tweetallen: Opdracht 3

Klaar? Ga verder met opdracht 6

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt het algemene patroon van luchtstromen binnen de atmosferische circulatie in relatie tot hoge- en lagedrukgebieden en de wet van Buys Ballot beschrijven.
  • Je kunt uitleggen hoe passaten en moessons ontstaan in relatie tot de ITCZ.

Slide 16 - Slide

Exit ticket
Welk onderdeel van de stof van vandaag vond je het lastigst. Licht toe.
Had je vandaag een "aha" moment. Wat was het?
Wil je: (1) meer uitleg; (2) meer oefenopgaven; (3) door met nieuwe leerstof?

Omschrijf in eigen woorden het corioliseffect.

Slide 17 - Slide

Waar staat ITCZ voor?
A
Inter Tropische Convectie Zone
B
Inter Tropische Convergentie Zone
C
Inter Tropische Constructie Zone

Slide 18 - Quiz

Welke situaties horen bij de ITCZ?
A
Lage drukgebied, stijgende lucht, veel neerslag
B
Lage drukgebied, stijgende lucht, weinig neerslag
C
Hoge druk gebied, dalende lucht, weinig neerslag
D
Hogedrukgebied, dalende lucht, veel neerslag

Slide 19 - Quiz

2.1 Wereldwijde luchtstromen

Voor de volgende les af: Opdracht 2

Volgende week: 2.2 Zeestromen en klimaatgebieden



Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video