Fictie 01. Setting en sfeer

Welkom

Fictie
01. Setting en sfeer
Nederlands
Wat heb je nodig?
Leesboek
Lesboek+schrift+pen
Laptop (dicht)


timer
2:30
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom

Fictie
01. Setting en sfeer
Nederlands
Wat heb je nodig?
Leesboek
Lesboek+schrift+pen
Laptop (dicht)


timer
2:30

Slide 1 - Slide

Lezen
-->Op de leeslijst vul je je naam, titel en schrijver van je boek in.
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Lezen (10 minuten)
  2. Voorlezen (5 minuten)
  3. Nieuwe uitleg (10 minuten)
  4. Samen aan de slag (8 minuten)
  5. Zelf aan de slag (15 minuten, eerste 5 minuten in stilte)
  6. Evaluatie (3 minuten)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is setting?
  • De plaats, de tijd en de omstandigheden waar het verhaal zich afspeelt.

  • Wat kunnen we over de setting vertellen van het voorgelezen fragment?

Slide 5 - Slide

Wat is sfeer?
  • De plaats, de tijd en de omstandigheden zijn vaak heel bepalend voor de sfeer. De sfeer is bijvoorbeeld griezelend, geheimzinnig, romantisch, onbezorgd, of...

  • Wat kunnen we over de sfeer vertellen van het voorgelezen fragment?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

  • Pak je boek erbij op pagina 64
  • Lees het fragment mee
  • Onderstreep woorden die je niet begrijpt
Emilia (14 jaar, ik-persoon) is halsoverkop naar New York gevlucht. Daar vindt ze, net als Jim (17 jaar), onderdak bij Seth (15 jaar) en zijn zusje Abby (9 jaar) in een flat op de negentiende verdieping. Hun moeder is een weekend weg. Orkaan Sandy raast over de stad.

Slide 8 - Slide

Samen aan de slag
We bespreken samen enkele opgaves van opdracht 1.

Slide 9 - Slide

Opdracht 1
1.1 Beschrijf de plaats in tekst 1 zo nauwkeurig mogelijk.
1.2 Beschrijf de tijd en de omstandigheden nauwkeurig.
1.3 Hoe voelt Emilia zich? Hoe weet je dat?
1.5 Leg uit hoe de gebeurtenissen de sfeer grimmiger maken.
1.6 Welk woord beschrijft de sfeer in de tekst het best? Kies uit: beklemmend - dreigend - gezellig - griezelig - kil - romantisch
1.7 Geven de omslag en de titel de sfeer goed weer?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Zelf aan de slag
Lees: het tekstfragment op blz. 66 en 67 (th: blz. 60+61).
Maak: opdracht 2 en 3 op blz. 66 en 67 (th: 1+2, 60+61).
Tijd: 20 minuten. De eerste vijf minuten werken we in stilte.
Hulp: Na de vijf minuten stilte kan je op fluistertoon met je buurman of buurvrouw overleggen. Kom je er nog niet uit, steek dan je vinger op en dan kom ik je helpen.

timer
5:00

Slide 12 - Slide

Evaluatie
  • Welk boek sprak je meer aan?
  • Zou je een van de twee boeken willen lezen?

Slide 13 - Slide

Fictiedossier keuzeopdrachten
1. Boekposter/folder
2. Recensie schrijven
3. Interview met hoofdpersoon
(Teams NE/ Bestanden/ Fictiedossier)
--> inleverdatum: 20 juni 2024

Slide 14 - Slide