8 november

• Nederlands
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1

Je laat iets weg.

Het zijn er meer.

's ochtends

m'n

ski's

menu's

's nachts

diploma's

auto's

casino's

kilo's

s' middags

't is

jas

klein

stoel

brief

kip

sterk

rat

plein

tas

doel

werk

dief

lip

mat

naar beneden gaan

Een bak om afval in te vervoeren

afdalen

Container

het edelmetaal

Gangenstelsel

Een kostbaar metaal zoals goud of zilver

Een aantal gangen dat met elkaar verbonden is.

Welke woorden horen bij elkaar? 

pad

slot

weg

glas

bad

dak

schip

bezigheid

sloten

glazen

schepen

paden

bezigheden

wegen

baden

daken

Ik geef het boek .....................................

Berat maakt .....................................

Vader bakt veel  .....................................

Chaima eet .......................................

aan sinterklaas

een verlanglijstje

pepernoten

pepernoot

de dassenburcht

het grondwater

Een hol van een das, zoogdiermet wit en zwarte strepen

het water uit de bodem

De slaapkamer

Dingen die je in de slaapkamer ziet.

De huiskamer

Dingen die je in de huiskamer vindt.

De badkamer

Dingen die je vindt in de badkamer.

meervoud op -s

meervoud op -en

lepel

kleur

tekst

bloem

beest

broer

emmer

pasje

gang

kamer

bed

zaal

kleed

brief

jongen

meervoud op -s

meervoud op -en

meervoud op 's

lepel

kleur

tekst

bloem

beest

broer

emmer

pasje

pyama

oma

paraplu

hobby

auto

gang

Keuken

Dingen in de keuken

Slaapkamer

Dingen in de slaapkamer

Badkamer

Dingen in de badkamer

Huiskamer

Dingen in de huiskamer

Op maandag ga ik 

met de ... naar school.

Op woensdag steek ik ....

om iets te vertellen.

Op vrijdag hebben we

een andere ...

juf

mijn vinger op

fiets

Sleep de woorden naar het juiste vak.

sch

ei

au

ou

zeil

geit

school

blauw

oud

schuin

lauw

wei

stout

gauw

schat

goud

schuur

kous

kauw

schip

zout

auto

kei

kou

Sleep de woorden naar het juiste vak.

s

d

a

o

mol

dief

gas

reus

sip

kat

tas

soep

deuk

tak

dier

hok

duik

rot

saar

zat

dijk

los

sop

huis

Sleep de woorden naar het juiste vak.

eu

ui

oe

ij

wijs

uil

boek

reus

neus

zoek

ijs

boer

deuk

bij

luis

koek

duik

leuk

pijl

beuk

dijk

ruik

moe

huis

e

r

e

v