This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Items in this lesson
Welkom bij Biologie!
Digitaal
.
Slide 1 - Slide
Wat ga je deze week doen
Test Jezelf bs 3
Uitleg bs 4 van thema 6 Ecologie met behulp van aantekeningen en video's.
Lezen bs 4 van thema 6.
Maken de opdrachten van bs 4 vanthema 6 in digitaal omgeving.
Slide 2 - Slide
Test Jezelf
Slide 3 - Slide
Is een populatiegrootte afhankelijk van factoren uit de levende natuur?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quiz
Wordt een populatie konijnen groter als er veel roofdieren zijn?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
Heeft het weer invloed op de populatiegrootte?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quiz
Is een groot aantal ziekteverwekkers een ongunstige factor voor een populatie konijnen?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
In de afbeelding is een grasland weergegeven met enkele organismen die erin voorkomen. Gedurende enkele zomers is het erg droog. Daardoor komt er steeds minder gras in het gebied. Hoe zal hierdoor het aantal veldmuizen in dit gebied veranderen?
A
Het aantal veldmuizen zal groter worden
B
Het aantal veldmuizen zal gelijk blijven
C
Het aantal veldmuizen zal kleiner worden
Slide 8 - Quiz
In de afbeelding zie je een bunzing. Bunzingen eten onder andere konijnen. Op de weilanden van boer Janko leeft een populatie konijnen en een populatie bunzingen. Door gunstige omstandigheden is de populatie bunzingen groter geworden. Welk gevolg heeft dit voor het aantal konijnen? Kies het juiste woord.
A
Het aantal konijnen wordt kleiner
B
Het aantal konijnen wordt groter
Slide 9 - Quiz
Hoe noem je het aantal individuen waaruit een populatie bestaat?
Slide 10 - Open question
Is een groot aantal vossen een gunstige factor voor een populatie konijnen?
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quiz
Is het aantal individuen in een populatie ieder jaar hetzelfde?
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quiz
Hoe noem je het als een populatiegrootte rond een gemiddeld aantal schommelt?
Slide 13 - Open question
In een sloot leven verschillende soorten vissen, zoals voorns en stekelbaarzen. Het aantal vissen is ieder jaar anders. Kan er in deze sloot een biologisch evenwicht zijn?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Basisstof 4
Aanpassingen bij dieren
Leerdoelen
Je moet bij dieren aanpassingen aan het milieu kunnen beschrijven.
Slide 15 - Slide
Basisstof 4 Aanpassingen van dieren
kijk naar de volgende video
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
luister naar de geweldige stem van meneer Verhoeven
Slide 18 - Slide
0
Slide 19 - Video
Hoe heeft de poolvos zich aangepast aan zijn omgeving?
A
kleur vacht valt niet op in de omgeving
B
hij kan heel erg goed sluipen
C
zachte vacht zorgt voor warmte
D
kleine oren daardoor minder verlies van warmte
Slide 20 - Quiz
Hoe raakt de woestijnvos zijn warmte kwijt?
A
doordat hij wit is
B
doordat hij hele grote oren heeft
C
door hard te rennen
Slide 21 - Quiz
Verdediging bij dieren
tegen vijanden:
stekels ofgifstekels
schutkleur-> onzichtbaar
schild tegen de omgeving:
vacht tegen kou
Slide 22 - Slide
Voeden
Een snuit van een varken, het gebit van een mens, de snavel van een vogel. Allemaal aangepast naar hun leefwijze.
kegelsnavel → zaden
pincetsnavel→ insecten
haaksnavel→ vlees
priemsnavel→ bodemdiertjes
zeefsnavel → zeven uit water
Slide 23 - Slide
Bewegen
zoolgangers
teengangers
topgangers (hoefgangers)
Dit zijn aanpassing op de ondergrond.
Slide 24 - Slide
Zoolganger Teenganger Topganger
Slide 25 - Slide
zoolganger
Loopt op zijn hele voetzool
(van hielbeen tot en met de teenkootjes).
Voordeel: hij verdeelt zijn gewicht over een groot oppervlak en zakt niet snel diep weg in een zachte ondergrond zoals bijv. sneeuw.
Nadeel: een zoolganger is minder snel
Slide 26 - Slide
teenganger
Loopt op zijn tenen (alleen op de teenkootjes)
Voordeel: hij kan zachtjes sluipen
hij kan snel sprinten
Nadeel: bij lange afstanden is hij minder snel
Slide 27 - Slide
topganger (hoefganger)
Loopt op het puntje van zijn tenen
(alleen op het laatste teenkootje/hoef)
Voordeel: hij heeft enorm lange poten/benen
en kan daardoor heel hard lopen
Nadeel: bij drassige ondergrond zakt hij makkelijk de bodem in
Slide 28 - Slide
Waterdieren
leven in het water
hebben vinnen om te sturen
zijngestroomlijd: kop, lijf & staart lopen in elkaar over daardoor glijden ze snel door het water
Slide 29 - Slide
Vogels
Slide 30 - Slide
Voeden
De snavel van een vogels. Allemaal aangepast naar hun leefwijze.
kegelsnavel → zaden
pincetsnavel→ insecten
haaksnavel→ vlees
priemsnavel→ bodemdiertjes
zeefsnavel → zeven uit water
Slide 31 - Slide
0
Slide 32 - Video
Ik heb een goede schutkleur in het zand. Bij gevaar trek ik mijn poten onder mijn pantser en druk ik me plat tegen de grond. Ook graaf ik een hol in de grond voor de warmte en als bescherming
Ik ben een....
Verstoppen
Schildpad
Capibara
Reuzeotter
Gordeldier
Slide 33 - Drag question
Kijken
Ik kan heel goed zien in het donker, wel 100x beter dan mensen. Mijn ogen draaien niet, maar mijn hele kop moet draaien om iets te zien.
Ik ben een....
Oehoe
Sneeuwuil
Cheeta
Zwarte wouw
Slide 34 - Drag question
Kijken
Ik kan de hele horizon scherp zien. Handig als ik op jacht ben naar een prooi.
Ik ben een....
Oehoe
Sneeuwuil
Cheeta
Zwarte wouw
Slide 35 - Drag question
Kijken
In de nacht jaag ik op prooien zoals een hert. Ik kan heel goed zien in het donker.
Ik ben een....
Sneeuwuil
Cheeta
Zwarte wouw
Siberische tijger
Slide 36 - Drag question
Voelen
Ik heb hele gevoelige vingers waarmee ik zelfs een eitje kan pellen.
Ik ben een....
Wasbeer
Ringstaart maki
Aziatische olifant
Stokstaartje
Slide 37 - Drag question
Ruiken
Mijn neus is heel belangrijk voor me. Ik kan een mens of roofdier al op 5 km afstand ruiken. Zo weet ik of er gevaar dreigt.
Ik ben een....
Bruine beer
Ringstaart maki
Aziatische olifant
Vale gier
Slide 38 - Drag question
Ruiken
Mijn ogen en oren zijn niet zo groot maar ik kan wel heel goed ruiken met mijn lange snuit. Ik leef alleen en laat mijn geur op bomen achter. Hiermee laat ik weten dat dit mijn plekje is.
Ik ben een....
Bruine beer
Ringstaart maki
Aziatische olifant
Vale gier
Slide 39 - Drag question
Ruiken
Als ik lekker in de zon zit dan komt er een sterke geur vrij in mijn polsen. Met mijn geur laat ik weten wat mijn plekje is. Ik ben een....
Gestreept stinkdier
Ringstaart maki
Stokstaartje
Vale gier
Slide 40 - Drag question
Horen
Ik kan goed geluiden nadoen en klets de hele dag met mijn soortgenoten. Met mijn kromme snavel kan ik goed zaden en noten openen.
Ik ben een....
Raaf
Sneeuwuil
Aziatische olifant
Ara
Slide 41 - Drag question
Horen
Ik heb super goede oren. Door mijn goede oren kan ik zelfs lemmingen onder de sneeuw vinden. Ik heb een cirkel van veertjes rondom mijn ogen. De veertjes zijn mijn oorschelpen.
Ik ben een....
Raaf
Sneeuwuil
Vale gier
Ara
Slide 42 - Drag question
Horen
Als ik de rest van de groep kwijt raak kan ik de hele lage geluiden maken
die de rest van groep kilometers ver kan horen.
Ik ben een....
Raaf
Sneeuwuil
Aziatische olifant
Ara
Slide 43 - Drag question
Klimmen
Mijn behaarde voetzolen zorgen ervoor dat ik niet uitglijd op de gladde takken. En dat is lekker warm, want waar ik woon is er sneeuw en ijs.
Ik ben een....
Rode panda
Ringstaart
maki
Witwang
gibbon
Chimpansee
Slide 44 - Drag question
Verstoppen
In de winter wordt mijn vacht helemaal wit zodat ik niet opval voor jagers. In de zomer ben ik zwart.
Ik ben een....
Sneeuwuil
Poolvos
Oehoe
Stokstaartje
Slide 45 - Drag question
Tussen mijn tenen heb ik vliezen waarmee ik goed kan zwemmen in het ijskoude water. Mijn warme vacht beschermt me tegen de kou. Zwemmen is voor mij een lekker bad om schoon te worden. Ik ben een...
Zwemmen
IJsbeer
Canadese bever
Zeehond
Siberiche tijger
Slide 46 - Drag question
Mijn platte staart gebruik ik als stuur om in evenwicht te blijven. Verder gebruik ik bij gevaar mijn staart om op het water te slaan.
Hiermee waarschuw ik andere soortgenoten. Ik ben een...
Zwemmen
IJsbeer
Canadese bever
Zeehond
Beverrat
Slide 47 - Drag question
Opdrachten maken
Lezen basisstof 4 Maak de opdrachten 15 t/m 18 van basisstof 4 van thema 6 in de digitale leeromgeving van Biologie.
WEET JE NIET WAAR JE HET MOET MAKEN ? Bekijk de volgende twee video's