Ne 2B taal H3.6 tl.verz. lidw

1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning:
1. doel + woordenschat
2. herhalen wat je al weet.
3. start opdracht
4. instructie
5. oefenen
6. nakijken
7. evalueren

Slide 2 - Slide

het doel & 
de woordenschat
de vlieg
vliegen
de munt

Slide 3 - Slide

de herhaling

Slide 4 - Slide

de startopdracht

Slide 5 - Slide

de instructie
bladzijde 110

Slide 6 - Slide

2

Slide 7 - Video

00:14

Welke bewering over 
het zelfstandig naamwoord 
is 'niet waar' ?
A
Het zsnw is altijd een mens, dier, ding, planten, namen of begrip.
B
Er kan altijd 'het' voor een zsnw.
C
Er kan meestal 'de', 'het'of éen' voor een zsnw.
D
Er kan altijd een lidwoord voor het zsnw.

Slide 8 - Quiz

00:56
zelfstandig naamwoord
(enkelvoud)
zelfstandig naamwoord
(meervoud)
zelfstandig naamwoord
(verkleinwoord)
hond
honden
hondje
werk
werkje
werken

Slide 9 - Drag question

Slide 10 - Video

het oefenen
Maak de oefeningen in je digitale leermiddelen die horen bij dit onderdeel.

Slide 11 - Slide

het nakijken
Dit doen we samen tijdens de les.

Slide 12 - Slide

de evaluatie

Slide 13 - Slide