This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Betoog
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je leert wat een betoog is.
Je leert wat een goede opbouw is van een betoog.
Je leert een betoog schrijven.
Je leert de begrippen standpunt, argument, tegenargumenten weerlegging.
Slide 2 - Slide
Waarom heb jij het nodig om goed te leren argumenteren?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Video
Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in Den Bosch doorgaat. [Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.]
A
Standpunt
B
Argument
Slide 5 - Quiz
[Het Nederlands verloedert] want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
Argument
B
Standpunt
Slide 6 - Quiz
[Leerlingen op het vwo moeten in vijf in plaats van zes jaar hun opleiding kunnen afmaken.] Je kunt eerder aan een vervolgstudie beginnen en je zit je minder te vervelen.
A
Standpunt
B
Argument
Slide 7 - Quiz
Als je een tegenargument weerlegt, dan ontkracht je het gegeven tegenargument en zeg je dus dat het tegenargument niet klopt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Maken
Gezamelijk lezen van tekst 1. (blz. 52/53)
Maken vraag 1 t/m 3 (blz. 55/56)
Slide 9 - Slide
Argumentatiestructuren
Een argumentatiestructuur is een schema waarin je duidelijk maakt op welke manier argumenten met elkaar en met het standpunt samenhangen.
enkelvoudige argumentatie
meervoudige argumentatie
onderschikkende argumentatie
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Argumentatiestructuren
Enkelvoudige argumentatie
Je kunt beter geen alcohol drinken
Het is slecht voor je gezondheid.
Slide 12 - Slide
Argumentatiestructuren
Meervoudige argumentatie
Je kunt beter geen alcohol drinken
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.
Slide 13 - Slide
Argumentatiestructuren
Onderschikkende argumentatie
Het is slecht voor je gezondheid.
Je kunt beter geen alcohol drinken
Het is slecht voor je lever.
Slide 14 - Slide
Argumentatiestructuren
Meervoudige en onderschikkende argumentatie
Je kunt beter geen alcohol drinken
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.
Het is slecht voor je lever.
Je kunt niet adequaat reageren.
Slide 15 - Slide
Argumentatiestructuren
Maak van onderstaande stelling en argumenten een argumentatiestructuur. Noteer ook welke structuur je gebruikt hebt.
Huiswerk maken op school is beter voor de leerresultaten.
Tijdens huiswerkuren ben je verplicht aanwezig.
Er is geen afleiding door tv, telefoon of familieleden.
De kans dat je je huiswerk maakt is groter.
Je werkt op school onder toezicht.
Op school kun je je beter concentreren.
Je kunt om hulp vragen bij docenten.
Slide 16 - Slide
Aan de slag:
In de groep krijg je:
Het standpunt
De argumenten
Wat te doen?
Maak het argumentatieschema zoals het zou moeten zijn...
Vertel mij ook wat voor schema het uiteindelijk is.
Slide 17 - Slide
Argumentatiestructuren
Huiswerk maken op school is beter voor de leerresultaten.
Op school kun je je beter concentreren.
Er is geen afleiding door tv, telefoon of familieleden.