Film Quiz

Film Quiz
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

Items in this lesson

Film Quiz

Slide 1 - Slide

Wat zit er in de Film Quiz
  • Verschillende filmsoorten of genre
  • De Sfeer van een film

Slide 2 - Slide

Welke filmsoorten zijn er?

Slide 3 - Slide

filmsoorten
Films kun je indelen in filmsoort of filmgenre

bijvoorbeeld: actiefilm, avonturenfilm, drama, fantasy-film, gangsterfilm, horrorfilm, komedie, misdaadfilm, oorlogsfilm, romantische film, romantische komedie, sciencefiction,  thriller, western, horror, tekenrilm/animatie, film noir


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Welke filmsoort zag je net op de foto?
A
science fiction
B
romantiek
C
horror
D
animatie

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Welke filmsoort zag je net op de foto?
A
science fiction
B
romantiek
C
horror
D
animatie

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Welke filmsoort zag je net op de foto?
A
science fiction
B
romantiek
C
horror
D
animatie

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Welke soort film zag je net op de foto?
A
horror
B
film noir
C
western
D
animatie

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Welke soort film zag je net op de foto?
A
horror
B
film noir
C
western
D
animatie

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Welke soort film zag je net op de foto?
A
horror
B
film noir
C
western
D
animatie

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Welke soort film zag je net op de foto?
A
horror
B
film noir
C
western
D
fantasy

Slide 18 - Quiz

Flim Sfeer
  • Een Genre of film soort gaat over de hele film.
  • Sfeer gaat meer over de scène.
  • Een Genre en sfeer hoeft niet altijd bij elkaar te passen.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Welke Sfeer had
dit fragment?

Slide 21 - Mind map

Succescriteria (hier beoordelen we op):
  • In je scène komen ten minste 2 verschillende sferen naar voren.
  • In het begin van je scène wordt het wie, waar en wat duidelijk.
  • Er zit een opbouw in je conflict.
  • Je muziekfragmenten versterken de sfeer van de scène.
  • Je manier van acteren past bij het acteren voor een camera.
  • Je gebruikt alle 7 camerastandpunten.
  • Je hebt samengewerkt met je groepje.

Slide 22 - Slide