Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.
We starten met stillezen
timer
10:00
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Welkom!
Welkom
Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.
We starten met stillezen
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Hoofdletters
Slide 2 - Mind map
Regel 1: begin van een zin
Aan het begin van een zin:
Je begint een zin met een hoofdletter.
Als de zin met een afgekort woord begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord:
's Ochtends sta ik vroeg op.
't Was vanochtend wel erg koud.
Slide 3 - Slide
Regel 1: begin van een zin
Uitzondering: Als de zin met een cijfer of symbool begint, schrijf je geen hoofdletter aan het begin van de zin.
€15 betaalde hij voor het boek.
86 jaar geleden werd mijn opa geboren.
Slide 4 - Slide
Regel 2: namen van personen
Je schrijft een hoofdletter bij voor- en achternamen, doopnamen en voorletters:
Sophie Jansen
Aanspreektitels (mevr.) en tussenvoegsels (van der) krijgen geen hoofdletter.
fam. Berkmans
Bert van den Brink
Slide 5 - Slide
Regel 2: namen van personen
Wanneer er voor het tussenvoegsel geen voornaam of voorletter wordt genoemd, krijgt het tussenvoegsel wel een hoofdletter.
meneer De Vries
Bij een tweede achternaam krijgt het tussenvoegsel geen hoofdletter.
mevrouw Van de Ven - de Vries
Slide 6 - Slide
Regel 3: organisaties, merken, producten
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
Apple
Verenigde Naties
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend van de regel, je neemt dit dan over.
iPhone
Slide 7 - Slide
Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren enzovoort gebruik je een hoofdletter.
Eindhoven
Amerikaanse president
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
Fransman
Limburgs dialect
Slide 8 - Slide
Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij een windstreek gebruik je geen hoofdletter.
Er komt vandaag een noordelijke wind.
Als de windstreek onderdeel is van een naam, gebruik je wel een hoofdletter.
Noordelijke IJszee
Slide 9 - Slide
Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Als je met de windstreek een cultureel, economisch of politiek gebied bedoelt, schrijf je een hoofdletter.
In het Nabije Oosten is de situatie erg gespannen.
Arme landen krijgen steun van het Westen.
Slide 10 - Slide
Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Historische gebeurtenissen en feestdagen schrijf je met een hoofdletter.
Koude Oorlog
Vaderdag
Maar bij samenstellingen met feestdagen schrijf je geen hoofdletter:
vaderdagontbijt
Slide 11 - Slide
Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Seizoenen, maanden en gewone dagen krijgen geenhoofdletter.
zaterdag
januari
Ook een historische periode krijgt geenhoofdletter.
renaissance
prehistorie
Slide 12 - Slide
Regel 6: religieuze en culturele begrippen
Religieuze en culturele stromingen en woorden die daarvan zijn afgeleid krijgen geenhoofdletter.
jodendom
jood
Maar heilige begrippen die bij de stroming horen wel.
God
Bijbel
Slide 13 - Slide
Regel 6: religieuze en culturele begrippen
Een woord dat is afgeleid van een heilig begrip krijgt geen hoofdletter.
Hij ziet er goddelijk uit.
Er ligt een bijbel op het nachtkastje.
Slide 14 - Slide
Uitzonderingen gebruik hoofdletters
Er zijn twee uitzonderingen bij het gebruik van hoofdletters:
- Als de zin met een verkorting begint: 's Ochtends ontbijt ik altijd.
- als de zin met een getal begint: 53 mensen werden gearresteerd bij de demonstratie.
Slide 15 - Slide
Kleine letter....
religies, stromingen: humanisten
samenstellingen religieuze feesten: paasvakantie
windstreken
periodes: middeleeuwen
soortnamen: 1 kg goudse kaas
Slide 16 - Slide
Belgisch of belgisch?
A
Belgisch
B
belgisch
Slide 17 - Quiz
de film 'Matilda' of de film 'matilda'?
A
de film 'Matilda'
B
de film 'matilda'
Slide 18 - Quiz
Islam of islam?
A
Islam
B
islam
Slide 19 - Quiz
Maastricht of maastricht?
A
Maastricht
B
maastricht
Slide 20 - Quiz
het Noorden of het noorden?
A
het Noorden
B
het noorden
Slide 21 - Quiz
Noord-Spanje of noord-spanje?
A
Noord-Spanje
B
noord-spanje
Slide 22 - Quiz
Oosterse salade of oosterse salade?
A
Oosterse salade
B
oosterse salade
Slide 23 - Quiz
Prehistorie of prehistorie?
A
Prehistorie
B
prehistorie
Slide 24 - Quiz
een Spa rood of een spa rood
A
een Spa rood
B
een spa rood
Slide 25 - Quiz
Venus of venus?
A
Venus
B
venus
Slide 26 - Quiz
Woensdag of woensdag?
A
Woensdag
B
woensdag
Slide 27 - Quiz
Zwolle-Zuid of zwolle-zuid
A
Zwolle-Zuid
B
zwolle-zuid
Slide 28 - Quiz
Deze week
Maken: Hoofdstuk 1 Spelling
bladzijde 34+35
opdracht 1t/m 5
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Video
Feestdag
Beschrijf in 5 zinnen een denkbeeldige feestdag op "die"andere planeet. Bedenk zelf nieuwe namen. (Ook al speelt dit verhaal in de toekomst, maak gebruik van de spellingregels voor hoofdletters uit deze tijd.)
Slide 31 - Slide
Onze feestdag......
Slide 32 - Open question
Nu jij.....
Leren: H43
Maken: 1,2,4,5 en 6 t/m 10 (8 mag je op je laptop maken)