SE 41 grammar trainer 4 vmbo basis + kader

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Grammar trainer SE 41 4 basis +kader

Basis 4: 

present simple (+ / ? / -)

woordvolgorde

Kader 4 heeft erbij: 

lidwoorden

enkelvoud en meervoud

Om de present simple in een vraagzin te gebruiken, kan je deze werkwoorden vooraan in de zin zetten

Als deze werkwoorden niet in de zin staan maak je een vraag in de present simple met:

Welke zin is goed?

1. Does he a marksman?
2. Is he a marksman?
3. Can he a marksman
4. Am he a marksman?

Welke zin is goed?

1. Does we play together?
2. We does play together?
3. Do we play together?
4. We do play together?

Welke zin is goed?

1. Are it be?
2. Am it?
3. Is it be?
4. Is it?

Ik kan vragen maken
in de present simple

Bij ontkenningen in de present simple voeg ik het woord.........toe

het woordje 'not' zet ik op deze plaats in de zin

1. aan het begin van de zin
2. achter het hulpwerkwoord
3. voor het hulpwerkwoord
4. aan het einde van de zin

Dit is de juiste woordvolgorde

1. Armin runs in the park today.
2. in the park runs today.
3. in the park runs Armin today
4. Armin runs today in the park.

00:30

Hoe vaak zie je een ontkenning in de present simple voorbij komen?

Ik kan ontkenningen maken
in de present simple

Wat is de juiste woordvolgorde?

1. wat wie wanneer waar
2. wie waar wat wanneer
3. wie wat waar wanneer
4. wanneer wie wat waar

Zet zin 1 van de reader
in de juiste woordvolgorde

What are we going to do? 

Choose the correct answer

1. a apple
2. an apple

Choose the correct answer

1. a car
2. an car

Choose the correct answer

1. a hour ago
2. an hour ago

Choose the correct answer

1. a unicorn
2. an unicorn

What's the plural of
child

1. childs
2. children