Formatieve toets hst 4

Formatieve toets hst 4: chemie in het klein

  • De toets bestaat uit 18 vragen waar je 27 punten voor kunt halen.
  • Lees goed de vraag.


  • Vergeet niet de toestandsaanduiding bij een vergelijking.
  •  Er zijn 5 vragen die op papier gemaakt moeten worden.
  • Zet het nummer voor de vraag. Dit kan dus in andere volgorde zijn
  • Typ bij de reactievergelijkingen 'gedaan' in.
Succes!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Formatieve toets hst 4: chemie in het klein

  • De toets bestaat uit 18 vragen waar je 27 punten voor kunt halen.
  • Lees goed de vraag.


  • Vergeet niet de toestandsaanduiding bij een vergelijking.
  •  Er zijn 5 vragen die op papier gemaakt moeten worden.
  • Zet het nummer voor de vraag. Dit kan dus in andere volgorde zijn
  • Typ bij de reactievergelijkingen 'gedaan' in.
Succes!

Slide 1 - Slide

Waaruit zijn moleculen opgebouwd?
A
zuivere stoffen
B
Atomen
C
Electronen
D
Deeltjes

Slide 2 - Quiz

Broom behoort tot een groep van elementen in het Periodiek Systeem met overeenkomstige chemische eigenschappen.

Wat is de naam van die groep elementen?
A
Edelgassen
B
Halogenen
C
Metalen
D
niet-metalen

Slide 3 - Quiz

Welke van de onderstaande uitspraken is juist?

1: Een stof met maar 1 soort moleculen kun je scheiden.
2: In moleculen van ontleedbare stoffen komen minstens 3 verschillende atoomsoorten voor.
A
geen
B
alleen 1
C
alleen 2
D
zowel 1 als 2

Slide 4 - Quiz

Volgens het deeltjes model kan de fase van een stof verklaard worden. In welke fase is de stof hiernaast?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
D
niet te zeggen

Slide 5 - Quiz


Lees de tekst in de afbeelding hiernaast.
Uit hoeveel atomen bestaat de gele kleurstof?
A
3
B
4
C
24
D
25

Slide 6 - Quiz

Geef de molecuulformule van de volgende stoffen:
1: stikstoftrifluoride
2: difosforpentaoxide
3: IJzertrichloride
1: Schrijf het antwoord op je papier, vul ' gedaan' in.
1

Slide 7 - Open question

Geef de naam van de stoffen die op de afbeelding staan.

Slide 8 - Open question

In de afbeelding zie je een tekening van de stof CHO.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Hiernaast staat een tekening van een molecuul ethaan.
Wat is de molecuulformule?
Schrijf je antwoord  op papier, vul 'gedaan' in.
2

Slide 10 - Open question

Marieke en Joost hebben een discussie.
Marieke zegt dat ontleden een chemische reactie is.
Joost zegt dat ontleden alleen het sorteren van moleculen is.
Wie heeft gelijk?
A
Geen
B
Marieke
C
Joost
D
Zowel Marieke als Joost

Slide 11 - Quiz

Lees de tekst hiernaast.
Leg uit hoe de naam Alice uit de beginstoffen van de reactie is afgeleid.

Slide 12 - Open question

Bekijk de molecuulformules in de afbeelding. Welke stoffen zijn ontleedbaar?
A
1 ,2 en 3
B
2, 4 en 4
C
2 en 4
D
1 en 3

Slide 13 - Quiz

Lees de tekst hiernaast.
Welk coëfficiënt staat voor CO2 als de vergelijking kloppend is gemaakt?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quiz

Lees de tekst hiernaast.
In deze reactievergelijking is alleen de formule van carbid weggelaten. Leid uit de reactievergelijking af wat de formule moet zijn.
A
CaC
B
CaC2
C
CaC2O
D
CaCO3

Slide 15 - Quiz

Waterstofperoxide kan worden ontleed in water en zuurstof. Schrijf de reactievergelijking op, maak hem kloppend en vul 'gedaan' in hieronder.
antwoord op papier
3

Slide 16 - Open question


Butaan (C4H10) is een gas wat gebruikt wordt om te koken. Als Butaan reageert met zuurstof ontstaat er koolstofdioxide en water. Schrijf de reactievergelijking op, maakt hem kloppend.
Schrijf de reactievergelijking op het blaadje, typ gedaan in.
4

Slide 17 - Open question

Lees de afbeelding hiernaast.
Schrijf de reactievergelijking op, maak hem kloppend.
Schrijf de reactievergelijking op een blaadje, typ gedaan in.
5

Slide 18 - Open question

Einde toets
Volgt nu nog 1 reflectievraag, vul hem zo goed mogelijk in voor een punt

Slide 19 - Slide

Hoe ging de toets?
Wat moet je nog doen om een voldoende op de cijfertoets te halen?

Slide 20 - Open question

Ga nu verder met het oefenen met reactievergelijkingen kloppend maken. Ben je je oefenblad kwijt vraag dan een nieuwe.

Slide 21 - Slide