This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Doorbijten zuren en basen
Slide 1 - Slide
Sterke en zwakke zuren?
Sterke zuren zijn geïoniseerd.
Wat??? Los van elkaar!
Wanneer ben je sterk? alles boven H3O+ in BT49
Slide 2 - Slide
Hoe zit het met de basen?
Als het een zout is... let op is hij opgelost?
Hoe weet je dat?
Er staat oplossing! Of in het woord zit oplossing
Opgelost = losse ionen niet opgelost = aan elkaar!
Slide 3 - Slide
Stappenplan Zuur-base reacties
Schrijf op welke deeltjes je hebt.
Zoek het sterkste zuur en de sterkste base in BT49
Stel de reactievergelijking op.
Slide 4 - Slide
Zuurgraad berekenen sterk zuur
pH = -log[H3O+] (en [H3O+] = 10-pH)
pOH = -log[OH-] (en [OH-] = 10-pOH)
pH + pOH = 14 (bij kamertemperatuur)
Zuur- en baseconstanten
pKx = -log(Kx)
Let op: In een basische oplossing reken je altijd met de [OH-]
Slide 5 - Slide
Bereken de pH van 0,25 M zwavelzuuroplossing
Slide 6 - Open question
Bereken de pH van 0,015 M kaliloog?
Slide 7 - Open question
Bereken de pH van een oplossing met pH=5,5 die 10x wordt verdund.
Slide 8 - Open question
Stappenplan berekeningen zwakke zuren en basen
Stel de reactievergelijking op van het zuur of de base met water. Let op bij een zuur ontstaat H3O+ en bij een base OH-.
Schrijf de Kz of Kb op
Maak een BOE tabel (bij zwak zuur/zwakke base) en vul in. Gebruik x indien nodig
Stel evenwichtsvoorwaarde op Let op: Zuur? (heb je H3O+ in je reactievergelijking!) Gebruik de Kz Base? (heb je OH- in je reactievergelijking!) Gebruik de Kb!
Bereken de onbekende
Slide 9 - Slide
Bereken de pH van 0,40 M ammonia.
Slide 10 - Open question
Buffers
Doel?
wat een bufferoplossing is
Wat moet je kennen?
een buffersysteem herkennen en uitleggen hoe een buffersysteem werkt
de pH berekenen van een bufferoplossing
de verhouding tussen aanwezige stoffen in een bufferoplossing berekenen