2.6 De organen voor vertering

2.6 De organen voor vertering
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

2.6 De organen voor vertering

Slide 1 - Slide

Mondholte
Voedsel kauwen en kleiner maken en mengen met speeksel

Tong gebruik je om voedsel naar de keelholte te drukken

Slide 2 - Slide

Maag
Door de peristaltiek van de slokdarm wordt voedsel naar de maag geduwd

Maagwand > kringspieren en lengtespieren
Maag kneed voedsel met maagsap

Maagportier > kringspier aan het eind van de maag

Slide 3 - Slide

Twaalfvingerige darm
Na het maagportier komt voedsel in de twaalfvingerige darm

Hier komen verteringssappen uit de lever en alvleesklier bij

Slide 4 - Slide

Galblaas
Gal wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas voor het naar de twaalfvingerige darm gaat

Gal maakt grote vetdruppels kleiner > emulgeren

Slide 5 - Slide

Darmplooien
De dunne darm heeft darmplooien in de wand
Daarop staan uitstulpingen: darmvlokken

In darmvlokken liggen bloedvaten, de wand van darmvlokken is erg dun

Slide 6 - Slide

Dunne darm
Ongeveer 7 meter lang
In de wand liggen darmsapklieren
Die maken darmsap

Slide 7 - Slide

Blinde darm
Vlak onder de overgang dunne darm - dikke darm ligt de blinde darm

Geen eigen functie bij de vertering
Aan de onderkant zit een uitstulping > appendix

Slide 8 - Slide

Dikke darm
De dunne darm sluit aan op de dikke darm
Onverteerde voedselresten komen in de dikke darm
Water wordt opgenomen in het bloed
Anderhalve meter lang

Slide 9 - Slide

Endeldarm
Ingedikte, onverteerde voedselresten gaan naar de endeldarm
Daar worden ze tijdelijk opgeslagen

Het darmkanaal wordt afgesloten door een kringspier: anus

Slide 10 - Slide

Maakwerk
IPAD 2.6

Opdrachten 1 t/m 6

Slide 11 - Slide

Afsluiting van de les

Slide 12 - Slide