This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wat stond er in de hotspot net?
A
Hallo daar!
B
Whoop Whoop!
C
Topper jij!
D
Oh jee, niet gezien...
Slide 1 - Quiz
Op welk tabblad moet u klikken om Tabellen toe te voegen?
A
Invoegen
B
Indeling
C
Verwijzingen
D
Beeld
Slide 2 - Quiz
Wanneer gebruik je in Word de optie OPSLAAN ALS?
A
Om het document onder een andere naam op te slaan
B
Om het document te sluiten
C
Om het document naar iemand toe te mailen
D
Om er een Excel bestand van te maken
Slide 3 - Quiz
Met welke SNELTOETS kun je jouw document opslaan?
A
F11
B
CRTL+S
C
ALT+S
D
SHIFT+S
Slide 4 - Quiz
Met welke SNELTOETS kun je de tekst vet maken?
A
CTRL+B
B
CTRL+C
C
CTRL+N
D
CTRL+U
Slide 5 - Quiz
Met welke SNELTOETS kun je de tekst onderstrepen maken?
A
CTRL+B
B
CTRL+N
C
CTRL+V
D
CTRL+U
Slide 6 - Quiz
Met welke SNELTOETS kun je de tekst Cursief maken?
A
CTRL+V
B
CTRL+I
C
CTRL+C
D
CTRL+X
Slide 7 - Quiz
Met welke SNELTOETS kun je een nieuw leeg document maken?
A
F12
B
Alt+N
C
CRTL+N
D
SHIFT+N
Slide 8 - Quiz
In een document staat de CURSOR midden in een woord. Je klik drie keer met de linker muisknop.
Wat is er nu geselecteerd?
A
Het hele woord
B
De hele alinea
C
De hele zin
D
Het hele document
Slide 9 - Quiz
Je wilt een lettergrootte van 21,5 instellen.
KAN DIT?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quiz
Filmpjes
Je gaat 2 korte filmpjes kijken van TIPS VAN THIJS over Word.
Let goed op,
want je moet het straks zelf kunnen met een verslag.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
Pagina 3
Klik op weer Ctrl+Enter, je springt nu in 1x door naar de volgende pagina. Op deze pagina komt de informatie over Peppels. Schrijf de titel bovenaan de pagina en schrijf vervolgens minstens 40 woorden over Peppels. Gebruik IN les 2 of de mentorles die je tijdens de lockdown hebt gehad om informatie op te zoeken.
Om het aantal woorden te tellen kunnen je de tekst selecteren (linker muisknop ingedrukt houden en over de tekst schuiven). Linksonder in Word staat dan het aantal woorden.
Slide 14 - Slide
Pagina 4
Klik op weer Ctrl+Enter, je springt nu in 1x door naar de volgende pagina. Op deze pagina komt de informatie over Office 365, dat je onderverdeeld in kopjes over Outlook (mail), OneDrive en Word. Schrijf met behulp van IN les 4, 5, 13 en 15 over elk onderwerp minstens 40 woorden.
Slide 15 - Slide
Pagina 5
Klik op weer Ctrl+Enter, je springt nu in 1x door naar de volgende pagina. Op deze pagina komt de informatie over social media en telefoongebruik. Schrijf met behulp van IN les 9 en 10 minstens 40 woorden hierover. Dit stukje moet een 'Opsomming' bevatten van punten die je belangrijk vindt om op te letten met gebruik van social media.
Slide 16 - Slide
Pagina 6
Klik op weer Ctrl+Enter, je springt nu in 1x door naar de volgende pagina. Op deze pagina komt de informatie over online veiligheid en informatie. Schrijf met behulp van IN les 8 en 10 t/m 12 minstens 40 woorden hierover. Dit stukje moet een 'Nummering' bevatten waar je tenminste 5 redenen noemt waarom je voorzichtig moet zijn met wat je online deelt, maar ook wat je gelooft van wat je leest.
Slide 17 - Slide
Afbeeldingen
Je verhaal wordt vaak duidelijker en interessanter als je er plaatjes bij gebruikt. Zoek voor elk van de onderwerpen dat je hebt beschreven een plaatje op het internet dat daarbij past en sla de afbeelding op op de computer (let goed op welke locatie je kiest, bijvoorbeeld in 'Afbeeldingen') of op je OneDrive in de 'Brugklas' map. Op de volgende dia staat beschreven hoe je deze kan invoegen.
Slide 18 - Slide
Afbeelding invoegen
Klik in de tekst op de plek waar je graag een afbeelding wil hebben. Vervolgens klik je op de tab 'Invoegen' en dan in het lint klik je op 'Afbeeldingen'. Kies ervoor om een afbeelding van de computer te selecteren. Waarschijnlijk heeft de afbeelding nu je tekst verschoven. Dubbelklik op de afbeelding, en klik in het lint op 'Tekstterugloop', selecteer vervolgens 'Vierkant'. Je kan nu de afbeelding verschuiven.
Slide 19 - Slide
Afbeeldingen invoegen
Zorg dat er in elk onderwerp (pagina 3 t/m 6) in ieder geval 1 afbeelding staat die te maken heeft met het onderwerp. Het mooiste is als je vanuit de tekst verwijst naar de afbeelding.
Zorg er verder voor dat de afbeelding niet middenin de tekst staat, maar aan de zijkant.
Slide 20 - Slide
Afbeeldingen invoegen
Zorg dat er in elk onderwerp (pagina 3 t/m 6) in ieder geval 1 afbeelding staat die te maken heeft met het onderwerp. Het mooiste is als je vanuit de tekst verwijst naar de afbeelding.
Zorg er verder voor dat de afbeelding niet middenin de tekst staat, maar aan de zijkant.
Slide 21 - Slide
Het eerste deel van je verslag is nu af. Je hebt online gewerkt, dus je verslag is automatisch opgeslagen in de OneDrive!
Je kan dit verslag ook met iemand 'Delen' (rechtsboven). Je kan dan kiezen of ze alleen mogen lezen, of ook kunnen bewerken (handig als je samen een verslag moet maken).
Slide 22 - Slide
In de online versie van Word kan je dus schrijven, de opmaak (hoe de tekst eruit ziet) doen en afbeeldingen invoegen, maar meer ingewikkelde dingen kunnen daar niet. Dat ga je in les 15b leren, waar we de desktop versie van Word gebruiken.
Slide 23 - Slide
Beantwoord de vragen op de volgende slides om te kijken of je alles goed beheerst.
Slide 24 - Slide
Waar sla je op school je documenten op?
Slide 25 - Open question
Waar kan je zien hoeveel woorden je hebt gebruikt in je document?
Slide 26 - Open question
hoe kom je bij tabblad in het lint Afbeeldingsopmaak?
A
Klik op een plaatje
B
Via lint aanpassen
C
Bij afdrukken
D
Via start
Slide 27 - Quiz
Is het mogelijk om in Word een ander papierformaat te kiezen dan A4?
A
Ja
B
Nee
Slide 28 - Quiz
Als je op DICTEREN klik
A
wordt de getypte tekst op gelezen
B
Wordt de gesproken tekst getypt
Slide 29 - Quiz
Klaar! Nog tijd over in deze les? Ga dan alvast door met les 15b