This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
To do:
Herhalingsopdrachten van 8.1
Bespreken opdr 9 en 11-13
Aantekening (an)organische stoffen
Uitleg koolstofkringlopen
(Evt start maken 8.2)
Afsluiter
Slide 2 - Slide
1-II. Juist of onjuist? De secundaire productie bij garnalen is altijd kleiner dan de primaire productie van de algen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
1-I. Juist of onjuist? De bruto primaire productie bij algen is gelijk aan de netto primaire productie min de dissimilatie van de algen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Snelle koolstofkringloop
Slide 6 - Slide
Nummer 1
glucose --> andere organische stoffen
Nummer 3
paddenstoel, bacteriën enz.
Fotosynthese
voortgezette assimilatie
Vertering + voortgezette assimilatie
Reducenten
Slide 7 - Drag question
Langzame koolstofkringloop
Slide 8 - Slide
Aan de slag
Lezen 8.2 Bekijken binas
Bekijk of je elke lijn kunt verklaren = hw.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
To do:
Binas bespreken
film herhaling
broeikaseffect uitleg
Aan de slag 8.2 maken.
Afsluiter
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Slide
Aan de slag:
Lezen 8.2
Evt start maken 8.2
Slide 14 - Slide
Wat is het verband tussen het verdwijnen van koraalriffen en de hogere verbranding van fossiele brandstoffen?
Slide 15 - Open question
8.3
Bespreken opdr 8 schema + Reactievergelijking dissimilatie en fotosynthese
Herhalingsvraag
Eutrofiëring
Stikstofkringloop
Rotting
Ammonificatie, nitrificatie, denitrificatie
binas bestuderen
afsluitende vragen
Slide 16 - Slide
Reactievergelijkingen
Fotosynthese:
Koolstofdioxide + water --> glucose + zuurstof
6 CO2 + 6 H2O --> C6H12O6 + 6 O2
Dissimilatie (verbranding):
glucose + zuurstof --> Koolstofdioxide + water
C6H12O6 + 6 O2 --> 6 CO2 + 6 H2O
Slide 17 - Slide
6-II. Juist of onjuist? Het versterkt broeikaseffect ontstaat onder andere door meer CO2 in de atmosfeer.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
(An)aeroob
Afbraak door reducenten -anaeroob
Ammonificatie - anaeroob
Denitrificatie - anaeroob
Nitrificatie - aeroob (chemosynthese)
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Aan de slag
Lees 8.3 door en zoek de stikstofkringloop uit in je binas (93G) Zorg dat je elke pijl kunt uitleggen
Slide 22 - Slide
Stikstofprobleem
Oorzaak: Veel NO3 (nitraat) in de bodem.
Sommige soorten (lage tolerantie voor NO3) overleven niet/ worden weggeconcureerd door soorten met een hoge tolerantie.
Gevolg: lagere biodiversiteit (zowel planten als dieren)
Slide 23 - Slide
Doordat vliegtuigen nu minder vliegen (Corona) is er geen stiktofprobleem en de oorzaak ligt dus niet bij de boeren. Juist/onjuist? Waarom?
Slide 24 - Open question
Slide 25 - Slide
To do:
Bespreken binas stikstofkringloop
Maken 8.3 en bespreken lastige opgaven
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
To do:
Woordenweb veranderingen van populatiegroottes
Uitleg 8.4:
aantekening intra-interspecifieke relaties
methode om populatiegroottes te bepalen
verwerkingsopdrachten
Aan de slag: 8.3 maken en 8.4 maken t/m opdr 8 beide hw voor dinsdag na de vakantie!
2e uur: toets bespreken
Slide 28 - Slide
Effecten op populatiegrootte
Slide 29 - Mind map
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
https:
Slide 33 - Link
Vangen-merken-terugzetten
N = populatiegrootte
M = aantal individuen eerste keer vangen
Nv = aantal individuen tweede keer vangen
Mv = aantal gemerkte dieren tweede keer vangen
N = (Nv/Mv)xM
Slide 34 - Slide
Ik heb een park met vlinders. Ik kan ze op een diervriendelijke manier vangen mbv nectar lokkers. Ik vang er 18. Ik geef ze allemaal een witte stip op een vleugel. Een week later vang ik er 4 witte terug en 7 ongemerkte. Wat is waarschijnlijk het totaal aantal vlinders in dit gebied?
Slide 35 - Open question
Waarom geeft dit niet altijd een goede schatting?
Slide 36 - Open question
Hoe kan ik met behulp van een steekproef de hoeveelheid carpers bepalen in een vijver van 15 m3?
Stel dat je 5 x 0,2 m3 gaat tellen en dit je resultaten zijn: 43, 22, 64, 46, 19 Wat is dan het totaal aantal carpers in de vijver?
Slide 37 - Open question
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Leg uit dat de biodiversiteit stijgt wanneer kanalen een meer natuurlijk verloop krijgen. Verwerk in je antwoord de begrippen: Successie, pionierssoorten, climaxstadium, climaxsoorten en (a)biotische factoren.
Slide 42 - Open question
Bedenk nog een voorbeeld waar successie te zien is (geweest).
Slide 43 - Open question
3. Noem 2 oorzaken waardoor een exoot kan uitgroeien tot een plaag.
Slide 44 - Open question
8.5
Duurzaamheid
Ecologisch evenwicht
Draagkracht
Accumulatie
Slide 45 - Slide
11. Welk diagram geeft successie juist weer?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 46 - Quiz
Draagkracht
Slide 47 - Slide
Accumulatie
Slide 48 - Slide
Bruto en netto primaire productie, voedselconversie