Thema 4 BS 4.9 + 4.10

Ordening
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ordening

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
-Ik weet in welke 4 groepen ik de geleedpotigen kan indelen en kan kenmerken noemen.
-Ik weet wat een pantoffeldiertje is en kan hier kenmerken van noemen.
-Ik weet wat een amoebe is en kan hier kenmerken van noemen.

Slide 2 - Slide

4.9 Geleedpotigen
  • Uitwendig skelet 
            --> pantser 

  • Poten zijn geleed = opgebouwd uit kleine stukjes (leden)
  • Lichaam is gesegmenteerd = opgebouwd uit stukjes (segmenten)

Slide 3 - Slide

Stam van de geleedpotigen
Op te delen in vier klassen:
  1. Kreeftachtigen
  2. Veelpotigen
  3. Spinachtigen
  4. Insecten 

Slide 4 - Slide

Kreeftachtigen
  • Hebben 10 poten of meer
  • De voorste poten zijn vaak scharen geworden


Voorbeelden: kreeft, krab, garnaal

Slide 5 - Slide

Veelpotigen
  • Hebben 10 of meer poten
  • Aan elk segment zitten 2 poten

Voorbeelden: duizendpoot, miljoenpoot

Slide 6 - Slide

Spinachtigen
  • Hebben 8 poten 




Voorbeelden: hooiwagen, kruisspin, huisspin

Slide 7 - Slide

Insecten
  • Hebben 6 poten
  • Lichaam bestaat uit een kop, een borststuk en een achterlijf

Voorbeelden: bromvlieg, citroenvlinder, amazonemier

Slide 8 - Slide

4.10 Amoebe en pantoffeldiertje
Leven beiden in water
Eencellig met celkern

Hebben kenmerken van de cellen van dieren (geen celwand)
Bestaan uit 1 cel (net zoals bacteriën)
Hebben wel een celkern

Slide 9 - Slide

Amoebe
  • a=geen/niet  moebe=vorm
  • Voortbeweging: schijnvoetjes
  • Eten: insluiten
  • Vertering: voedingsvacuole

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Pantoffeldiertje
  • Voortbeweging: Trilharen
  • Eten: Celmond
  • Vertering: Voedingsvacuole

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

Aan het (huis) werk

Basisstof 4.9
Lezen blz. 113 t/m 114
Maken opdr. 31-32

Basisstof 4.10
Lezen blz. 115 t/m 116
Maken opdr. 36-37


Werkstuk: alles afmaken
Laat het iemand lezen voordat je het inlevert

8 april: begrippentoets
Uiterlijk 11 april: test jezelfs af
12 april: toets

Slide 14 - Slide