2hva 18-11-2024 - oefenen toets LV H1 en H2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands!

Todo:

• liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?
  

Op tafel heb je liggen:

• lesboek
  
• schrift
• pen

Wat gaan we deze les doen

• Wat moet je ook alweer weten/kunnen.
• Oefentoets LV H1 en H2.
• Bespreken (als daar tijd voor is).

Wat moet je ook alweer weten/kunnen.

Hoofd- en bijzaken en kernzinnen.

Tekstverbanden en signaalwoorden.

Hoofd- en bijzaken en kernzinnen

(H1 LV, blz. 12)

• Hoofdzaken (hele tekst): belangrijkste informatie in een tekst.
• Bijzaken: minder belangrijke informatie in een tekst.

• Hoofdzaken (hele tekst)
• Staan op voorkeursplaatsen zoals de inleiding en het slot van de tekst.

Hoofd- en bijzaken en kernzinnen

(H1 LV, blz. 12)

• Hoofdzaak alinea
  
• Staat vaak in de kernzin van de alinea.
  
• Meestal eerste of tweede zin van de alinea. Soms staat het in de laatste.
• In de zinnen daarvoor of daarna => nadere uitleg of voorbeelden

• Af en toe geen kernzin => zelf hoofdzaak bepalen.

Tekstverbanden en signaalwoorden

(H2 LV, blz. 42)

Tekstverband	Signaalwoorden
Concluderend verband => conclusie	dus , daarom , dat houdt in, kortom, concluderend, al met al
Redengevend verband => waarom	omdat, daarom , dus , want, de reden hiervoor is, dankzij
Oorzakelijk verband => waardoor (geen invloed op)	doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus , dankzij.

Oefentoets

LV H1 en H2

Hoofdzaak: belangrijkste informatie in de tekst

Bijzaak: minder belangrijk => uitleg, voorbeelden.

Hoofdzaken staan op voorkeursplaatsen => inleiding, slot

Hoofdzaak alinea in de kernzin => meestal eerste zin (soms laatste). Soms ook in de tweede. De eerste zin geeft dan het verband met de vorige alinea aan. 

Je weet waar je nog aandacht aan moet besteden voor de toets op 22  november a.s. 

Lesdoel

Zie blz. 137 voor uitleg tekstverbanden:

• Chronologisch verband:

• opsommend verband:

• tegenstellend verband:

• toelichtend verband:

•  vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen, binnenkort; ook jaartallen en data.

• ten eerste, ten tweede, om te beginnen, bovendien, ook (nog), verder, ten slotte, en, niet alleen...(maar) ook; ook liggende streepjes (-), getallen, of 'dots'. 
• maar, tegenover, daarentegen, toch, echter, hoewel, ofschoon, ondanks, aan de ene kant...aan de andere kant.
• bijvoorbeeld, zo, als zoals, denk aan.

Hoofd- en bijzaken en kernzinnen

(H1 LV, blz. 12)

Onthouden van een tekst:

Zet hoofdzaken in een schema of samenvatting

Schema

• onderstreep de hoofdzaken. Let op de voorkeursplaatsen.
• noteer belangrijkste informatie. Geef opsommende verbanden aan met nummers, dots of streepjes. Tegenstellende met pijltjes <->

Samenvatting

• onderstreep de hoofdzaken
• neem kernzinnen en andere hoofdzaken over. Maak een samenhangende tekst. Gebruik signaalwoorden om verbanden aan te geven.

We beginnen samen aan opdracht 1

H2 LV opdracht 1

Wat:

Maak de oefentoets.

Hoe:
Je werkt eerst alleen.

Klaar?

Ga aan de slag met de trainingsopdrachten die online staan bij H1 en H2, onderdeel Lezen.

Je kunt ook de * opdrachten maken uit het 

lesboek.

Hulp nodig?

Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 

Vraag het de docent als

je het echt niet meer weet.

geel: fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je

groen:  fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je of vraag het

de docent  

Aan het werk!

Je weet waar je nog aandacht aan moet besteden voor de toets op 22 november a.s. 

Lesdoel

Volgende les

Huiswerk 

donderdag 21 november

Oefenen door online trainingen te maken. 

Leer de theorie bij H1 en H2 Lezen.

Toets!

22 november H1 en H2 paragraaf Lezen.