Pak je laptop, je Mentorschrift & log in op LessonUp
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 100 min
Items in this lesson
Goedemorgen! Maandag 20-01-2025
Pak je laptop, je Mentorschrift & log in op LessonUp
Slide 1 - Slide
Check - in
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Filosofische start
Pak je mentorschrift
& Ga er lekker voor zitten!
Slide 3 - Slide
Biologie
Thema 3.3 Planten
Thema 3.4 Schimmels
Slide 4 - Slide
Terugblik
Biologie
Thema 2Biologie
Thema 2
Slide 5 - Slide
Op welke 3 kenmerken worden organismen ingedeeld in rijken?
Slide 6 - Open question
Sleep de juiste rijk naar de cel die daarbij hoort
Rijk van de dieren
Rijk van de planten
Rijk van de schimmels
Rijk van de bacteriën
Slide 7 - Drag question
Een paard en een ezel kunnen paren en nakomelingen krijgen. Maar deze nakomelingen kunnen zelf geen nakomelingen krijgen en worden daarom onvruchtbaar genoemd. Behoren een paard en een ezel tot dezelfde soort?
Slide 8 - Open question
Op welke kenmerk wordt het rijk van de planten ingedeeld?
A
Stengels
B
Wortels
C
Bladeren
D
Voortplanting
Slide 9 - Quiz
Wat voor symmetrie heeft een zeester?
A
tweezijdige symmetrie
B
veelzijdige symmetrie
C
Geen symmetrie
Slide 10 - Quiz
Wat voor symmetrie heeft een mens?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch
Slide 11 - Quiz
Een dier met een inwendig skelet heeft zijn skelet aan de ...?
A
Binnenkant.
In zijn lichaam.
B
Buitenkant.
Als een pantser.
C
Buitenkant.
Als een schelp.
D
Buitenkant.
Als een huisje.
Slide 12 - Quiz
Het skelet is...
A
Inwendig
B
Uitwendig
Slide 13 - Quiz
Een slak is een weekdier.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
3.3 Planten
Slide 15 - Slide
Leerdoelen.
Thema 3.3 3.3.6 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.
Thema 3.4
3.4.7 Je kunt kenmerken noemen van schimmels.
3.4.8 Je kunt voorbeelden noemen van gevaren en toepassingen van schimmels.
Slide 16 - Slide
3.3 Planten
Planten kun je weer indelen in 2 kleinere groepen:
- sporenplanten (planten zonder bloemen)
- zaadplanten (planten met bloemen)
Bij de indeling kijken we naar de manier van voortplanten.
Slide 17 - Slide
Zaadplanten:
planten zich voort door zaden
- Alle zaadplanten hebben bloemen
- Uit de bloemen ontstaan vruchten
- De vruchten krijgen zaden
- Uit een zaad kan een nieuwe plant groeien
Slide 18 - Slide
De meeste planten die je kent, zijn zaadplanten.
Alle struiken en bomen zijn zaadplanten.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Sporenplanten:
planten zich voort door sporen
- Een spore is een cel waaruit een nieuwe plant kan groeien
-Sporenplanten hebben GEEN bloemen
-Voorbeelden zijn mossen en varens
Slide 21 - Slide
- Bij mossen zitten deze sporen in sporendoosjes
(steken op steeltjes boven de mosplant uit)
Slide 22 - Slide
Bij varens zitten deze sporen in sporenhoopjes aan de onderkant van het blad
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
3.4 Schimmels
Slide 25 - Slide
3.4 schimmels
Slide 26 - Slide
cel van een schimmel
Slide 27 - Slide
3.4 schimmels
Veel schimmels bestaan uit lange, dunne draden.
Dat noem je schimmeldraden.
Door een microscoop kan je de draden zien.
Slide 28 - Slide
3.4 Schimmels
Schimmels planten zich voort door middel van sporen.
Uit een spore ontstaan weer nieuwe schimmels.
sporen kunnen ontstaan:
- aan het uiteinde van schimmeldraden die omhoog groeien òf