1.2 Identiteit


Maatschappijkunde
Pluriforme samenleving 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Maatschappijkunde
Pluriforme samenleving 

Slide 1 - Slide

Hoofdvragen:
  • Wat is identiteit?
Begrippen:
  • Socialisatie
  • Socialiserende insituties
  • Internalisatie
  • Identiciatie 
  • Persoonlijke identiteit
  • Groepsidentiteit
  • Uitsluiting

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Persoonlijke identiteit 
Hoe jij wordt wie je bent, wordt grotendeels bepaald door:
  • Socialisatie & internalisatie
  • Identificatie
  • Karakter & ervaringen 

Slide 4 - Slide

#THROWBACK

Slide 5 - Slide

#THROWBACK

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

#THROWBACK

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Aart is hier de socialisator. Op welke manier bracht hij Pino (onbewust) dingen bij?

Slide 10 - Open question

#THROWBACK

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Identificatie:
Kleine kinderen zien hun ouders vaak als groot voorbeeld. Als je ouder wordt ga je je ook bewust identificeren met andere bekende personen.

Identificatie = je wilt op iemand lijken en je neemt het gedrag van die persoon over. 

Slide 13 - Slide

Karakter & ervaringen
Kinderen lijken soms erg op (één) van hun ouders. Ze hebben allerlei aangeboren eigenschappen zoals creativiteit of concentratie problemen. Alle aangeboren eigenschappen horen bij je karakter.

Toch heeft een eeneiige tweeling die opgroeit in hetzelfde gezin nooit dezelfde identiteit. 
Alles wat je aan ervaringen meemaakt heeft invloed op je identiteit. 

Slide 14 - Slide

Iedereen is uniek
Je persoonlijke identiteit bestaat uit de dingen die je hebt geleerd, de dingen die je bewust of onbewust hebt overgenomen, je ervaringen en je aangeboren eigenschappen.

Omschrijf je karakter in 5 woorden.

Slide 15 - Slide

Saamhorigheid
Wij-gevoel: het gevoel dat je bij elkaar hoort.

  • Welke groepen met een sterk wij-gevoel ken je? 

Slide 16 - Slide

Wij en zij
Een wij-gevoel is meestal prettig. Maar door het woordje wij te gebruiken, kun je andere uitsluiten. 

Bij uitsluiting hoor je er niet bij. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Opdracht:
Beschrijf je eigen identiteit:
  • Geef tenminste 15 kenmerken.
  • Schrijf achter 3 kenmerken of het gaat om je karakter. 
  • Schrijf achter 3 kenmerken of het gaat om een groepsidentiteit. 

Voeg deze opdracht toe aan je waardenlogboek.

Slide 19 - Slide

Opdrachten:
WL en Huiswerk H5
Klaar?
Ga dan de toets voorbereiden:
- flashcards
- Leerdoelen
- samenvatten (gebruik filmpjes van maatschappij-leer.nl)

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide