2.1 Positieve en negatieve getallen

Welkom
Paragraaf 2.1 Positieve en negatieve getallen
Leg bladzijde 89 open.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Paragraaf 2.1 Positieve en negatieve getallen
Leg bladzijde 89 open.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen...?
  • Instructie:
       -  Positieve en negatieve getallen
       -  Begrip: tegengesteld getal

  • Zelfstandig werken: zonder rekenmachine!





Slide 2 - Slide

10 x 4 + 56 : 8 - 4
=
A
8
B
14
C
71
D
43

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Doelen van deze les

Ik ken de volgorde waarin sommen worden uitgerekend 
  

Ik kan sommen op de afgesproken volgorde berekenen. 














Slide 5 - Slide

10 x 4 + 56 : 8 - 4
=
A
8
B
14
C
71
D
43

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste rekenvolgorde?
Delen
Haakjes
Kwadrateren
Worteltrekken
Vermeniggvuldigen
Optellen
Afhalen

Slide 7 - Drag question

6 + 4 x 3 =
A
24
B
30
C
18
D
13

Slide 8 - Quiz

(-4 + 7) x 6 =
A
66
B
18
C
-18
D
-66

Slide 9 - Quiz

-2 + 5 x (5 - 3)
A
8
B
6
C
12
D
20

Slide 10 - Quiz

(8 + 3 ) x (7 - 8) =
A
-69
B
69
C
-11
D
11

Slide 11 - Quiz

Los de volgende opdracht op met tussenstappen

5 + 3 x 8 - (6 - 9)
5

Slide 12 - Open question

Lesdoelen
  • Je weet wat positieve, negatieve en tegengestelde getallen zijn.
  • Je kunt tekens voor groter dan en kleiner dan invullen.

Slide 13 - Slide

Uitleg theorie

Slide 14 - Slide

Positief en negatief
  • Een getal boven nul is een positief getal.
  • Een getal onder nul is een negatief getal.
  • Voor een negatief getal staat altijd een min.

  • Het getal 0 is geen positief en ook geen negatief getal.

  • De thermometer hiernaast is een verticale getallenlijn.
 





Slide 15 - Slide

tegengestelde getallen
  •  -3 en 3 zijn tegengestelde getallen.
  • Ze liggen even ver van de 0 af. 

  • Wat is het tegengestelde getal van -35?
  • Wat is het tegengestelde getal van -610?
 





Slide 16 - Slide

Groter, kleiner of 
Gelijk.

Slide 17 - Slide

"groter dan" en "kleiner dan"
Welk getal is kleiner -2 of 4 ?

Slide 18 - Slide

"groter dan" en "kleiner dan"
Welk getal is groter -3,9 of 0,5 ?

Slide 19 - Slide

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 20 - Slide

Welke getallen zijn positief?
A
4 en 0
B
-3 en -4
C
4 en -9
D
2 en 34

Slide 21 - Quiz

Geef een voorbeeld van een negatief getal

Slide 22 - Mind map

Het tegenovergestelde van links is......
A
boven
B
sknil
C
rechts
D
oosten

Slide 23 - Quiz

Wat is het tegengestelde getal van 10?
A
100
B
11
C
-11
D
-10

Slide 24 - Quiz

Welk teken moet hiertussen?

-1 ..... 5
A
<
B
>
C
=

Slide 25 - Quiz

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 26 - Open question

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Slide 27 - Open question

Tot ziens iedereen

Slide 28 - Slide