4mavo H5.4 Oog en bril

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Startklaar
- Laptop
- Binas
- Telefoon in ZAKKIE
- Jas uit en over je stoel
- Naambordje

- Pak je huiswerk (de werkbladen) erbij

Slide 2 - Slide

Wat neem je mee?
- Boek
- Laptop
- Geo
- Rekenmachine
- Pen/potlood/gum
- Ruitjesschrift of ruitjespapier in de multomap
- BINAS

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil tussen brillen met sterkte -2 en +2

Slide 4 - Open question

Leerdoelen
Je kunt het verschil tussen een positieve en negatieve lens beschrijven.

Je kunt toelichten wat er wordt bedoelt met de brandpuntsafstand en brandpunt.

Je kunt een beeld construeren bij een positieve lens.

Slide 5 - Slide

Bouw van het oog

Slide 6 - Slide

Accomoderen
Accomoderen is het platter en boller maken van de ooglens





Als je iets dat dichtbij is wil bekijken, moet je ooglens boller worden

Slide 7 - Slide

Bijziend
Als je bijziend bent, zie je alleen scherp wat dichtbij is. Je ooglens is te bol.
Oplossing: Bril met negatieve brillenglazen

Slide 8 - Slide

Verziend
Als je verziend bent, zie je alleen scherp wat ver weg is. Je ooglens is te plat.
Oplossing: Bril met positieve brillenglazen (leesbril)





Oudere mensen krijgen hier vaak last van, omdat de spieren in het oog zwakker worden.

Slide 9 - Slide

Lenssterkte
Lenssterkte is een grootheid / eigenschap van een lens.

Symbool:
Eenheid: dioptrie (D)

Holle lenzen: lenssterkte is negatief
Bolle lenzen: lenssterkte is positief

Slide 10 - Slide

Brandpuntsafstand en lenssterkte



Een lens heeft een brandpuntsafstand van 0,40 m.

S = 1/0,40 = + 2,5 D
S=f1

Slide 11 - Slide

Een holle lens heeft een brandpuntsafstand van 1,6 meter. Bereken de lenssterkte.

Slide 12 - Open question

Een bril heeft lenssterkte +2 D. Bereken de brandpuntsafstand.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Welke oogafwijking
zie je hier?
A
Verziend
B
Bijziend

Slide 15 - Quiz

Hoe los je dit op?
A
Bril met negatieve lenzen
B
Bril met positieve lenzen

Slide 16 - Quiz

Begrippen uit deze les
  • T...

Slide 17 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 18 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 19 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 20 - Open question