methodisch werken

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 3

Les 1, blok 2

Thema: Zoeken naar betekenis van gedrag!

Dit gaan we doen:                hoe:

• opdracht                                                                                                uitleg
• de basis van methodiek                                  situaties bespreken,                                                                                                             film kijken
• afronden

Je gaat met allerlei problematiek te maken krijgen in gespecialiseerde opvang. Hoe ga je daarmee om?

• Periode opdracht: casus uitwerken.
• Individueel maken
• Je maakt vanuit je werkboek de praktijksituatie (vanaf pag. 211)
• En werkt daarna de stappen uit onder 'werkwijze'. 
• We gebruiken hfst 15/hfst 16 boek gesp.ped.medewerker.

pak opdracht erbij. 

wat is een methodiek ook alweer..

Specifieke behandeling, werkwijze .  Vooropgezet plan.

Je gebruikt het een deel van de tijd. 

Het gewone (blauw) is voorwaarde op het bijzondere (rood).

Dus altijd eerst werken aan blauw!!

methodieken

positieve grondhouding: wat is het?

positieve grondhouding:

• je bent ontspannen: zoeken naar mogelijkheden en kansen
• relativeren: (tijdig bijtanken)
• vertrouwen in de ander
• aandacht voor wat goed gaat: dit ook uitspreken.

veilig pedagogisch klimaat: wat is het?

pedagogisch klimaat:

• sfeer
• veiligheid bieden; jouw invloed
• ritme en structuur ( dagelijkse routines, rechtstreeks aanspreken, positiviteit)

veiligheid bieden: er gebeurd iets, kinderen reageren, jij reageert. positef/negatief spiraal.

rechtstreeks aanspreken: aankijken, korte boodschap, complimentjes maar ook opdracht. 

Hoe reageer jij?: Najib(9 jaar) is bezig aan zijn huiswerk. Vanuit het niets is hij enorm geirriteerd. 'He, KOPPEN DICHT!! Wat een herrie hier!

• (grapje maken): oeps, wordt de herrie nu niet nog groter? Najib ophouden met gillen.(grens) Je kunt je niet niet concentreren, dat snap ik. vervelend, want je wilt huiswerk maken.(erkenning) Heb je een idee hoe je wel rustig huiswerk kunt maken? (oplossing)

Situatie: jas ligt voor de 20e keer op de grond:

• negatief: hang je jas toch eens op. Hoe vaak moet ik het nog zeggen?
• positief: fijn dat je er vanmiddag weer bent. Weet je nog welke regel er is bij binnenkomst? 

situatie: Rik is al een uur bezig met rijtje woordjes opschrijven. 

• negatief: ben je nu nog niet klaar met huiswerk maken?
• positief: Goed dat je bent begonnen met je huiswerk..

Situatie: Suus komt boos schreeuwend binnen.

• negatief: Schreeuw niet zo!
• positief: je zegt: 'zorg eerst even dat je rustig wordt. Zoek even een plekje voor jezelf en kom daarna vertellen wat je zo boos maakt. 

We gaan film kijken (10 min)

kijkopdracht: schrijf mee wat je ziet  in: 

grondhouding, pedagogisch klimaat en vaardigheden. 

Let op: gebruik de aantekeningen die je zojuist hebt gemaakt.

evaluatie: Wat wil jij de komende periode graag leren?