What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Practice Test unit 4
Repetitie klas 1
Unit 4 - Canada
1 / 39
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
39 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Repetitie klas 1
Unit 4 - Canada
Slide 1 - Slide
Vertaal het dikgedrukte woord naar het Nederlands.
That
ice cream parlor
sells the best ice cream.
Slide 2 - Open question
Vertaal het dikgedrukte woord naar het Nederlands.
You need to
work out
to stay fit.
Slide 3 - Open question
Vertaal het dikgedrukte woord naar het Nederlands.
How much is the
entrance fee
to the amusement park?
Slide 4 - Open question
Vertaal het dikgedrukte woord naar het Nederlands.
The winner of this match will be the
champion
.
Slide 5 - Open question
Vertaal het dikgedrukte woord naar het Nederlands.
Football players
kick
the ball with their feet.
Slide 6 - Open question
Vertaal het dikgedrukte woord naar het Nederlands.
An
employee
works at a company.
Slide 7 - Open question
Sleep het juiste woord naar de zin. Let op, er blijft 1 woord over!
1. The slowest runner wil _______ the race.
2. A _________ works at the supermarket.
3. I want to __________ money from my bank account.
4. We need to __________ more points!
withdraw
shelf stocker
lose
win
score
Slide 8 - Drag question
Sleep het juiste woord naar de zin. Let op, er blijft 1 woord over!
1. A _______ takes care of animals in a clinic.
2. A _________ works at a hair salon.
3. I want to __________ my job, because I don't like my boss.
quit
vet
volunteer
hairdresser
Slide 9 - Drag question
Sleep het juiste woord naar de zin. Let op, er blijft 1 woord over!
1. You can get _______ from a bank machine.
2. A _________ is a monthly income from work.
3. Do you have _________ for a dollar?
cash
change
pound
salary
Slide 10 - Drag question
Vertaal het dikgedrukte woord naar het Engels.
korting
Slide 11 - Open question
Vertaal het dikgedrukte woord naar het Engels.
strand
Slide 12 - Open question
Vertaal het dikgedrukte woord naar het Engels.
uitlenen
Slide 13 - Open question
Vertaal het dikgedrukte woord naar het Engels.
vrijwilliger
Slide 14 - Open question
Vertaal het dikgedrukte woord naar het Engels.
portemonnee
Slide 15 - Open question
Vertaal het dikgedrukte woord naar het Engels.
arm (tegenovergestelde van rijk)
Slide 16 - Open question
Vul de zin aan met de juiste
tag questions
.
He is very smart, ...
Slide 17 - Open question
Vul de zin aan met de juiste
tag questions
.
Harold is going to the barbecue, ...
Slide 18 - Open question
Vul de zin aan met de juiste
tag questions
.
She's not at school, ...
Slide 19 - Open question
Vul de zin aan met de juiste
tag questions
.
The dog is adorable, ...
Slide 20 - Open question
Vul de zin aan met de juiste
tag questions
.
I'm very fast, ...
Slide 21 - Open question
Vul de zin aan met de juiste
tag questions
.
Baseball is a popular sport, ...
Slide 22 - Open question
Vul de zinnen aan met
much, many
of
a lot of
.
Have you got _____ money in your savings account?
A
much
B
many
C
a lot of
Slide 23 - Quiz
Vul de zinnen aan met
much, many
of
a lot of
.
How _______ time do you spend on your homework?
A
much
B
many
C
a lot of
Slide 24 - Quiz
Vul de zinnen aan met
much, many
of
a lot of
.
_____ people work in the transport industry.
A
much
B
many
C
a lot of
Slide 25 - Quiz
Vul de zinnen aan met
much, many
of
a lot of
.
Are there ______ coffee shops in your city?
A
much
B
many
C
a lot of
Slide 26 - Quiz
Vul de zinnen aan met
much, many
of
a lot of
.
There isn't ____ information about the new restaurant.
A
much
B
many
C
a lot of
Slide 27 - Quiz
Vul de zinnen aan met
much, many
of
a lot of
.
How _______ popcorn do you want?
A
much
B
many
C
a lot of
Slide 28 - Quiz
Vul de zinnen aan met
will, shall
of
to be going to
(+) I can see the sun. It _____ stop raining
Slide 29 - Open question
Vul de zinnen aan met
will, shall
of
to be going to
(?) I'm bored. _______ we get a coffee?
Slide 30 - Open question
Vul de zinnen aan met
will, shall
of
to be going to
(+) Your homework seems hard. I ______ help you!
Slide 31 - Open question
Vul de zinnen aan met
will, shall
of
to be going to
(+) My friends _________ go to the party this weekend.
Slide 32 - Open question
Vul de zinnen aan met
will, shall
of
to be going to
(?) _______ we go to the cinema this afternoon? Or do you have plans?
Slide 33 - Open question
Vul de zinnen aan met
will, shall
of
to be going to
(?) _______ I leave you alone? You look very busy.
Slide 34 - Open question
Vertaal de onderstaande zin naar het Engels.
Ik werk in het hondenasiel.
Slide 35 - Open question
Vertaal de onderstaande zin naar het Engels.
Ze is lerares.
Slide 36 - Open question
Vertaal de onderstaande zin naar het Engels.
Wat is je droombaan?
Slide 37 - Open question
Vertaal de onderstaande zin naar het Engels.
Ik ben bang dat ik onze afspraak moet afzeggen.
Slide 38 - Open question
Vertaal de onderstaande zin naar het Engels.
Heb je een baan?
Slide 39 - Open question
More lessons like this
Voorbereiding toets 4
May 2024
- Lesson with
43 slides
Engels
Middelbare school
vmbo lwoo, havo, vwo
Leerjaar 1
Grammar Recap Unit 4
April 2024
- Lesson with
47 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
3KBL - All Right UNIT 3 - words lesson 2/3 + grammar
December 2022
- Lesson with
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Recap - Quantifiers, Tag questions and future
March 2024
- Lesson with
20 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
mh1 - All right unit 4
February 2022
- Lesson with
43 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Unit 4 - Canada - Recap
May 2022
- Lesson with
34 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 2
H5
June 2022
- Lesson with
31 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Grammatica oefenen unit 4
March 2021
- Lesson with
50 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1