ch 2 ados du monde cours 4 V2A 04 12 23

1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

devoirs pour aujourd'hui
apprendre: verbes avoir, être, aller en faire page 166



apprendre/répéter: Bloc C et voc A et B
apprendre à deux: dialogue des phrases clés `(in tweetal gesprek van de phrases clés kunnen voeren. Zoek een klasgenoot, waarmee je oefent. 



Slide 2 - Slide

Buts
- ik kan over mijn familie, mijn huisdieren en mijn hobbys praten

Slide 3 - Slide

programme de lundi, 4 décembre
- Je parle de ma famille, de mes animaux, et de mes activités
- verbes irréguliers
- grammaire: adjectif
- chanson

Slide 4 - Slide

Hoe zeg je dat jij en je vriend graag de aanhalige cavia helpt

Slide 5 - Open question

Hoe zeg je dat jouw huisdier schattig is, maar soms lastig

Slide 6 - Open question

Hoe zeg je dat je zusje van twaalf jaar het voedsel aan (à) de actieve vogel geeft

Slide 7 - Open question

Bloc C

Slide 8 - Slide

On parle français
Je parle avec mon ami(e) de ma famille, mes animaux domestiques et mes activités

Slide 9 - Slide

L'adjectif = Het bijvoeglijk naamwoord
  • Herhaling leerjaar 1
  • Onregelmatige vormen
  • Plaats van het bijvoeglijk naamwoord 

Slide 10 - Slide

de grote jongen
het kleine meisje
de grote jongens
de kleine meisjes

Slide 11 - Open question

Herhaling leerjaar 1
Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben.
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud

Slide 12 - Slide

Vorm
En deze zijn onregelmatig...    + 
  • actif - active
  • bon - bonne
  • heureux - heureuse
  • italien - italienne
  • cher - chère
  • traditionel - traditionelle




Plaats

Slide 13 - Slide

Vorm






Plaats
De regel / Het liedje....

gros beau bon joli
haut long vieux petit
jeune mauvais nouveau et grand
Ce sont les mots qui viennent DEVANT

* Ook de rangtelwoorden zoals 'premier'  en ook horen bij t liedje.

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Even oefenen
1. Tu as deux ....... soeurs, n'est-ce pas? (klein)
2. J'ai une ... copine ... . (français)
3. Mon frère a un ... lapin ... . (nouveau)
4. Nous avons une ... poule ... . (adorable)
5. Sarah a deux ... chats ... . (grand)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

au travail (bloc D)
16 E, 17 C, 17 D, 17 E, 18, 19

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

vocabulaire A
(mots 

Slide 23 - Slide