Schrijfopdracht (kies A of B)
Optie A: Stel: Over 6 weken is er een ouderavond.
Wat wil je dat ik tegen jou en je ouders zeg over hoe ik je tot nu toe heb ervaren? En wat zeggen je ouders? Schrijf een gespreksverslag.
Optie B: Over drie jaar is de diplomauitreiking, waar je samen met je ouders bent. Wat wil je dat ik over je zeg? Schrijf in 300 worden een speech voor jezelf.