4.1 Een eigen bedrijf?

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

4.1 Een eigen bedrijf?

Doelen van paragraaf 4.1

Doelen van de eerste les:

Je kunt motieven noemen om een eigen bedrijf te starten.

Opdrachten 1,2,3,4,5

Je kunt verschillende ondernemingsvormen uitleggen.

Je kunt uitleggen dat aansprakelijkheid per rechtsvorm verschilt.

Opdrachten 6,8

Wie zou er een later een eigen bedrijf willen starten en waarom?

Winst!!!!

Les 2 paragraaf 4.1

Doelen: 

Herhalen les 1.

Je kunt het verschil tussen werknemer en werkgever aangeven.

Opdracht 9,10

Je kunt voorbeelden noemen van (niet-) commerciële organisaties.

Opdracht 11

Welke ondernemingsvormen ken je ?

Welke ondernemingsvorm is een rechtspersoon?

1. CV
2. NV
3. VOF
4. Eenmanszaak

Bij welke ondernemingsvormen heb je aandelen?

1. BV
2. NV
3. Eenmanszaak
4. VOF

Bij welke ondernemingsvorm is de directeur in loondienst?

1. Eenmanszaak
2. VOF
3. ZZP'er
4. NV

Lezen bladzijde 100 en 101

Daarna maken opdracht 6,8, 9,10 en 11