Leesvaardigheid Frans klas 4

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Doel van deze les?

• Voorkennis activeren over leesvaardigheid
  
• Wat weet je nog?
• Wat heb je nodig?

Algemene tips: voorspellen en oriënteren

• Bedenk waar de tekst over zal gaan
  
• Bedenk wat je al over het onderwerp weet
  
• Wat voor soort tekst is het?
  
• Kijk globaal naar de tekst: inleiding, middenstuk en laatste alinea
  

Algemene tips: voorspellen en oriënteren

• Kijk ook welk soort vragen er bij de tekst gesteld worden: zijn dat meerkeuzevragen, open vragen of is het een gatentekst?
• Kijk globaal naar de inhoud van de tekst.
• De meeste teksten hebben een inleiding waarin staat waar de tekst over gaat: de eerste alinea 

Algemene tips: voorspellen en oriënteren

• Daarna volgt het middenstuk waarin argumenten voor en tegen worden gegeven.
• Tot slot volgt een conclusie: de laatste alinea.
  
• Wil je dus snel weten waar de tekst over gaat? Lees dan de inleiding en de conclusie.
  

Algemene tips: lees de vraag en bepaal het antwoord

•  Let op het type vraag, details of grote lijnen?
  
• Gaat het om de een tijdsaanduiding, lees dan snel
• Lees precies bij specifieke info

3. Lees de tekst behorend bij de vraag en formuleer een antwoord

• Een alinea zit meestal op dezelfde manier in elkaar, eerste en laatste zin staat  de belangrijkste info
  
• Markeer structuur/signaalwoorden, zoals d'abord, mais, ensuite
• Na : komt meestal een uitleg of een conclusie
• Let op tijdsaanduidingen: Autrefois (vroeger) en maintenant (nu)
• Markeer de kernwoorden uit de alinea (helikopteren)

Wat raad ik niet aan bij het maken van leesteksten ?

1. Titel, kopje en plaatje bekijken
2. Signaalwoorden omcirkelen
3. Tekst doorlezen en daarna vragen maken
4. Formuleren van de hoofdgedachte/kern per alinea

Wat is niet een grote lijn/helicopter vraag?

1. Qu’ est-ce qui est vrai d’après le dernier alinéa?
2. A quoi sert le 2ième alinéa ?
3. Qu’est-ce qu’on apprend au premier alinéa ?
4. Remplissez le mot qui manque

Welke signaalwoord geeft een tegenstelling aan

1. pourtant
2. de plus
3. bref
4. ainsi

Wat is geen valkuil bij het maken van leesteksten?

1. als dezelfde woorden in de tekst als in het antwoord staan
2. als er in het antwoord expliquer pourquoi , surtout of de plus en plus staat
3. rond signaalwoorden vind je de antwoorden meestal

Als antwoord op een toon vraag: welk antwoord is niet negatief?

1. Deçu
2. Étonné
3. Moqueur
4. Indifférent

Intuïtief:welke woorden serie hoort niet bij elkaar?

Tekst

1. L’ enseignement, La formation, les études, les études
2. le gaspillage, l' environnement
3. l' objectif, le but, pour
4. la pub, la capitale, une entreprise

Je leest de antwoorden niet behalve bij de beweringsvragen

1. juist
2. onjuist

Cherchez les mots connecteurs:
Grâce a ma tante j’ai pu acheter une voiture, wat is/zijn mot(s)connecteur(s)??

Cherchez les mots connecteurs: mais je veux aussi acheter une maison
wat is/zijn het mot(s) connecteur(s)?

Cherchez les mots connecteurs: en plus j’ai besoin d’un grand jardin, car j’ai un chien, mais lui il n’est pas grand
wat is/zijn het mot(s) connecteur(s)?

Cherchez les mots connecteurs: en revanche mon chat est très grand. Ma tante, en effet, elle est très généreuse,
wat is/zijn het mot(s) connecteur(s)?

Cherchez les mots connecteurs: c’est grâce à elle que en effet j’ai pu réalisé mon rêve. Donc je suis heureuse.
wat is/zijn het mot(s) connecteur(s)?

Wat heb je vandaag geleerd?