H1 Betekenis van Werk


Hoofdstuk 1
 De betekenis van werk

Neem voor je:

Boek mens en werk § 1 blz 6
1 / 28
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Hoofdstuk 1
 De betekenis van werk

Neem voor je:

Boek mens en werk § 1 blz 6

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Ik kan uitleggen wat werk is.
- Ik leg het verschil uit tussen werk en hobby.

- Ik kan aan de hand van vijf basisbehoeften uitleggen waarom we werken.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Werk?
  • Je moet moeite doen
  • Meestal betaald voor je werk
  • Je moet bepaalde capaciteiten hebben
  • Er moet behoefte zijn aan het werk dat je doet. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is Werk?
Alle bezigheden die iets nuttigs opleveren voor diegene die het werk verricht, maar ook zijn of haar naaste omgeving en of voor de samenleving als geheel.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


Waarom werken we?
Volgens Maslow zijn er meerdere redenen waarom wij werken.
De redenen noem je: de 5 basisbehoeften van de mens.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Identiteit
Je ontwikkelt deels een identiteit.
Je werk wordt een stukje van jezelf!


Slide 11 - Slide

This item has no instructions



Gezondheid hoort bij...
A
De eerste levensbehoeften
B
Zekerheid
C
Sociale acceptatie
D
Waardering

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions



Eten en drinken hoort bij
A
De eerste levensbehoeften
B
Zekerheid
C
Sociale acceptatie
D
Waardering

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions



Creativiteit hoort bij
A
Sociale acceptatie
B
Zekerheid
C
Waardering
D
Zelfontplooiing

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions




Succes hoort bij
A
Sociale acceptatie
B
Zekerheid
C
Waardering
D
Zelfontplooiing

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Arbeidsinhoud
Arbeidsinhoud: Wat voor werk ga je precies doen?
  • Met handen of hoofd werken?
  • Eigen verantwoordelijkheid of moet je vooral doen wat een ander zegt?
  • Heb je afwisselend werk of doe je steeds hetzelfde?
  • Alleen of met anderen?
  • Op één plek of verschillende plekken?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Capaciteiten
Capaciteiten zijn de kwaliteiten die je bezit om je werk goed te kunnen doen.

  • Aanleg / talen, opleiding, (werk)ervaring

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Betaald of onbetaald werk?
  • Bij betaald werk ben je in loondienst.
    Je krijgt iedere maand loon/salaris.
  • Je kunt ook als zelfstandige werken. Wat bedoelen we
     hiermee? Denk hierbij aan ZZP'er of ondernemer.
  • Onbetaald werk: je krijgt geen geld voor je werk. Zoals
      vrijwilligerswerk. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wit werken vs zwart werken
Wit werken: belasting betalen + bescherming als werknemer.

Zwart werken: geen belasting betalen + geen bescherming als werknemer. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Waarom zijn er mensen die niet werken? 
  • Verschil tussen niet kunnen en niet willen werken...

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Eten, drinken, kleding etc.
Een huis, gezondheid, dure auto etc.
Sociale contacten
Waardering van anderen
Ontplooien, jezelf ontwikkelen

Slide 22 - Slide

In goede volgorde zetten.
Waar of niet waar?
Jezelf ontplooien is één van de 5 basisbehoeftes.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Waar of niet waar?
Jezelf ontplooien is één van de 5 basisbehoeftes.
Waar

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Waar of niet waar?
Door werk heb je meestal geen sociale contacten met mensen.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Waar of niet waar?
Door werk heb je meestal geen sociale contacten met mensen.
Niet waar

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Waar of niet waar?
Werk moet nuttig zijn voor andere mensen (om je heen).

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Waar of niet waar?
Werk moet nuttig zijn voor andere mensen (om je heen).
Waar

Slide 28 - Slide

This item has no instructions