Week 2 - WW, ZN

1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wie ben ik?
Wat wil ik?
Wat willen jullie?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ik word blij van..
Als ik heel veel geld had zou ik..
Ik word chagrijnig van..

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Boeken?
- Online licentie 
- Studers.nl -> Inloggen in Bundle -> Licentie 'Nu Nederlands' kiezen -> Blauw/groene boek kiezen: 3F -> Klassencode koppelen
- Koppelcode 1C: 23448
- Koppelcode 1E: 52396
- Koppelcode 1D: 75036

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Nederlands - week 2
Werkwoorden
Zelfstandige naamwoorden

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Belang van woordenschat
Hoe veel woorden zou je moeten kennen om een tekst te kunnen begrijpen?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

60 % - Korrespollie

Korrespollie is een wappel in en van onze proppeling; niet alleen een wappel van het kind en de ouders. De gloving en droking van korrespollie gehorst kapie van die propeling. Omdat de school in onze propeling een fratele kor speelt, moet zij gerammeld worden op haar verstrapende taak in deze. Met strate in de kriebele wandoedel van leerkrachten zal hier oonpaar aan worreld moeten worden. Het wappel korrespollie zal niet hoongestaan (als we al van hoontagen kunnen spreken) kunnen worden, zonder de verwendering en putee van leerkrachten. Zonder hen gaat een zopige witsel in nomaling en droking van korrespollie verloren.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

80 % - Korrespollie

Korrespollie is een wappel in en van onze samenleving; niet alleen een wappel van het kind en de ouders. De gloving en droking van korrespollie vereist actie van die samenleving. Omdat de school in onze samenleving een centrale kor speelt, moet zij voorbereid worden op haar verstrapende taak in deze. Met strate in de verschillende opleidingen van leerkrachten zal hier oonpaar aan besteed moeten worden. Het wappel korrespollie zal niet opgelost (als we al van oplossing kunnen spreken) kunnen worden, zonder de verwendering en putee van leerkrachten. Zonder hen gaat een bijzondere schakel in nomaling en droking van korrespollie verloren.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

95 % - Korrespollie

Korrespollie is een probleem in en van onze samenleving; niet alleen een probleem van het kind en de ouders. De bestrijding en droking van korrespollie vereist actie van die samenleving. Omdat de school in onze samenleving een centrale rol speelt, moet zij voorbereid worden op haar verantwoordelijke taak in deze. Met name in de verschillende opleidingen van leerkrachten zal hier aandacht aan besteed moeten worden. Het probleem korrespollie zal niet opgelost (als we al van oplossing kunnen spreken) kunnen worden, zonder de verwendering en inzet van leerkrachten. Zonder hen gaat een bijzondere schakel in herkenning en droking van korrespollie verloren

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

100% - Kindermishandeling

Kindermishandeling is een probleem in en van onze samenleving; niet alleen een probleem van het kind en de ouders. De bestrijding en voorkoming van kindermishandeling vereist actie van die samenleving. Omdat de school in onze samenleving een centrale rol speelt, moet zij voorbereid worden op haar verantwoordelijke taak in deze. Met name in de verschillende opleidingen van leerkrachten zal hier aandacht aan besteed moeten worden. Het probleem kindermishandeling zal niet opgelost (als we al van oplossing kunnen spreken) kunnen worden, zonder de betrokkenheid en inzet van leerkrachten. Zonder hen gaat een bijzondere schakel in herkenning en voorkoming van kindermishandeling verloren.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Belang van woordenschat
  • 60% bekend: tekst onbegrijpelijk
  • 70% bekend: nauwelijks begrip
  • 80% bekend: begin van begrip
  • 85% bekend: globaal begrip
  • 90/95% bekend: redelijk goed begrip

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Woordsoorten
  1. Werkwoorden
  2. Naamwoorden
  3. Lidwoorden

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Werkwoorden

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Werkwoorden

  • Infinitief
  • Persoonsvorm
  • Voltooid deelwoord
  • Tegenwoordig deelwoord

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wanneer begin jij met je stage?
Begin?
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Tegenwoordig deelwoord
D
Voltooid deelwoord

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Zijn zij ook uitgenodigd voor dat feest?
Uitgenodigd?
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Tegenwoordig deelwoord
D
Voltooid deelwoord

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Zij houdt haar presentaties altijd het liefst staand.
Staand?
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Tegenwoordig deelwoord
D
Voltooid deelwoord

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Zij wil vanavond graag sporten.
Sporten?
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Tegenwoordig deelwoord
D
Voltooid deelwoord

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Naamwoorden

  • Zelfstandig naamwoord

Woorden die mensen, dieren, planten, dingen aanduiden.
- Je kunt er vaak een lidwoord voor zetten;
- Je kunt ze meestal in het meervoud zetten;
- Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Ik ga nu de leukste opdrachten maken.

Slide 20 - Open question

Benoem de werkwoorden en de zelfstandige naamwoorden

Opdrachten maken
Taalverzorging 3F
1.1 woordsoorten
Opdr. 1 + Opdr. 2
Extra opdr. 1 t/m 3

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Kennismakingsbrief schrijven
Schrijf een brief aan jezelf. Noteer wat je wilt noteren, maar noteer in ieder geval de antwoorden op de volgende vragen:
- Wie ben je/ wat is je familiesituatie? 
- Waar word je gelukkig van?
- Wat doe je nu wat je over 3 jaar niet meer wilt doen?
- Wat zou je jezelf over 3/4 jaar willen zeggen? 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions