8. Klimaatgrafieken

2.8 Klimaatgrafieken 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2.8 Klimaatgrafieken 

Slide 1 - Slide

Par. 2.8 Klimaatgrafieken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 
BK
  • Je weet dat een klimaatgrafiek over 12 maanden gaat ( jfmamjjasond)
  • Je weet dat een klimaatgrafiek de gemiddelde temperatuur aangeeft met een rode lijn.
  • Je weet dat een klimaat grafiek de gemiddelde neerslag in blauwe staafjes weergeeft.

Slide 3 - Slide

Leerdoel
TH
  • Je kunt een klimaatgrafiek tekenen
  • Je kunt aan de hand van een klimaatgrafiek bepalen welk   klimaat het is.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Klimaatgrafiek 
Wat heb je nodig:
- ruitjespapier 
- rode stift
- blauwe stift 

Slide 6 - Slide

Wat betekenen de blauwe balkjes in een klimaatgrafiek?
A
De neerslag in mm.
B
De neerslag in liters.
C
De temperatuur in graden Celsius.
D
De temperatuur in meters.

Slide 7 - Quiz

Wat geeft de rode lijn aan in een klimaatgrafiek?
A
De hoeveelheid neerslag in mm.
B
Het aantal graden Celsius.
C
De hoeveelheid neerlag in liter.
D
Het aantal graden in mm.

Slide 8 - Quiz


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Pool klimaat

Slide 9 - Quiz


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Droog klimaat

Slide 10 - Quiz


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Poolklimaat

Slide 11 - Quiz


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Poolklimaat

Slide 12 - Quiz

Welk klimaat is dit?
A
Tropisch regenklimaat
B
Woestijnklimaat
C
Steppe klimaat
D
Toendra klimaat

Slide 13 - Quiz

Bij welke klimaatzone hoort deze grafiek
A
Poolklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Het droge klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 14 - Quiz

voor HV leerlingen 

Slide 15 - Slide


Welk klimaat is dit?
A
Af
B
BW
C
Cf
D
Dw

Slide 16 - Quiz


Welk klimaat is dit?
A
As
B
BS
C
Cs
D
Ds

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Link

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 19 - Slide