H1 deel 2 klas vh2a/g2a 10-2-2022

Tijd van Ontdekkers en Hervormers
1.1 Problemen in de kerk
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Tijd van Ontdekkers en Hervormers
1.1 Problemen in de kerk

Slide 1 - Slide

Planning
  • herhaling v/d vorige les + benoemen leerdoelen v/d les
  • Maken aantekeningen par. 1.1
  • Kleine opdracht +  huiswerk
  • Evaluatie v/d les

Slide 2 - Slide

Herhaling
  • Je kunt uitleggen wat ketters zijn en hoe de kerk hen bestreed.
  • Inquisitie?
  • aflaatbrieven?

Slide 3 - Slide

Kritiek op de kerk (Deel 2)
  •     De Duitse monnik Maarten Luther was een van de felste bestrijders van de misstanden in de kerk.
  •     In 1517 maakte hij een lijst met alle fouten in de kerk.

Slide 4 - Slide

Kritiek op de kerk
  • Wat niet in de bijbel stond moest worden afgeschaft
  • alleen door te bidden en echt te geloven kun je in de hemel komen. Niet door aflaten te kopen of heiligen te vereren.
  • Omdat Luther vond dat mensen zelf de bijbel moesten lezen vertaalde hij deze in het Duits.
  • Volgens Luther moest de organisatie en de leer van de kerk veranderen en daarom noemen we hem een hervormer

Slide 5 - Slide

Kritiek op de kerk
  • Luther kreeg veel volgelingen in zijn gedachten (vooral in het Duitse rijk)
  • Een andere belangrijke hervormer was Johannes Calvijn, Calvijn had andere ideeën dan Luther, maar 1 ding hadden ze gemeen: de kerk moet veranderen.
  • hun aanhangers heten Lutheranen en Calvinisten (Calvijn had veel aanhangers in Nederland)

Slide 6 - Slide

De kerk valt uiteen
  • De paus was woedend op de kritiek. Hij zette Luther, Calvijn en al hun aanhangers uit de kerk.
  • Hierdoor viel de christelijke kerk uiteen, de Rooms Katholieken bleven trouw aan de paus.
  • De protestanten waren trouw aan de hervormers (verschillende kerken)

Slide 7 - Slide

de kerk valt uiteen
  • Het ontstaan van deze nieuwe kerken noemen we de Hervorming of Reformatie.
  • Door de splitsing in de kerk veranderde het geloof van Miljoenen Europeanen.

Slide 8 - Slide

Katholieke kerk
  • Trouw aan de paus in Rome
  • Kerken zijn mooi versierd met beelden en schilderijen
  • heiligen verering
  • vergeving gaat via de biecht bij een priester
  • Priesters leiden de dienst
  • priesters mogen niet trouwen
Protestante kerk
  • Geen paus
  • Sobere kerken
  • Geen heiligen
  • vergeving kun je zelf aan god vragen
  • dominees leiden de kerkdienst
  • Dominees mogen trouwen

Slide 9 - Slide

De kerk valt uiteen
  • Het tweede gevolg van de reformatie/hervorming was dat er in Europa een godsdienstoorlog ontstond.
  • Katholieke vorsten probeerden de kerk te helpen in hun strijd tegen de protestanten

Slide 10 - Slide

De kerk valt uiteen
  • Een van hen was Karel V, hij was de heerser van het Duitse rijk, de Nederlanden (ongeveer Nederland, België en Luxemburg) en Spanje
  • Hij vond dat al zijn onderdanen katholiek moesten zijn

Slide 11 - Slide

De kerk valt uiteen
  • In zijn poging het volledige rijk Katholiek te houden verbood hij boeken met kritiek op de kerk.
  • Hij liet ketters zwaar bestraffen

  • Uiteindelijk zouden zijn daden zorgen voor een grote oorlog in de Nederlanden.

Slide 12 - Slide

Katholiek of protestants?
Katholiek of protestants?

Slide 13 - Slide

Kleine opdracht
  • Vragen verzinnen aan de hand van de leerdoelen:
  •     Je kunt uitleggen wat ketters zijn en hoe de kerk hen bestreed.
    •     Je kunt uitleggen welke kritiek er rond 1500 op de kerk kwam.
    •     Je kunt beschrijven hoe de christelijke kerk in de 16e eeuw uiteenviel en elke gevolgen daarvan noemen.

Leerdoelen staan op Blz. 19

Slide 14 - Slide

Huiswerk
Volgende week lever je van ieder leerdoel 1 vraag in met antwoord.
Zorg dat alle opdrachten van par. 1.1 af zijn de komende les + lees alvast de tekst van par. 1.2 (Onvrede in de Nederlanden)

Slide 15 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd m.b.t. de onvrede die in de kerk heerste rondom 1100?

Slide 16 - Open question