Herhaling aarde deel 1 (circulatie en klimaat)

Externe Systeem Aarde

1 / 52
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Externe Systeem Aarde

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma

  •  Uitleg:  externe systeem aarde
  •  Aan de slag oefenopdrachten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel(en)
Aan het einde van deze week kan je:
welke sferen het systeem aarde is opgebouwd en hoe functioneert het systeem kennen;
mondiale variaties in de stralingsbalans verklaren;
de zee- en windstromen in de wereld verklaren;

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Benodigde voorkennis 
Je weet wat de diverse sferen zijn;
Je weet wat een hoogdrukgebied en 
                 laagdrukgebied is;
Je weet hoe neerslag ontstaat;
Je weet hoe warmte wordt verplaatst;

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De dunne laag om de aarde heen heet ...
A
het zwaartekrachtsveld
B
de atmosfeer
C
het heelal
D
de troposfeer

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Uit welke 4 sferen bestaat de atmosfeer?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke uitspraak klopt?
A
Het weer en het klimaat zijn hetzelfde
B
Het weer is de gemiddelde toestand van het klimaat over een lange periode voor een groot gebied
C
Het klimaat is de gemiddelde toestand van het weer over een lange periode voor een groot gebied

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De 4 sferen van het systeem aarde
Atmosfeer
Hydrosfeer
Lithosfeer
Biosfeer

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Kringlopen
Hydrologische kringloop
Gesteenten in bergen worden onder invloed van  hydrologische kringloop afgebroken.
Deze kringloop belangrijk bij exogene processen, zoals sedimentatie

Bij de hydrologische kringloop
1. verdampt water uit zee en oceanen onder invloed van zon. 
2. waterdamp stijgt op met de lucht en vormt wolken
3. uit deze wolken komt neerslag en zo water weer terug in de rivieren, zeeën en oceanen. 
Gesteente kringloop
De gesteentekringloop zorgt ervoor dat materiaal van de aardkorst steeds opnieuw wordt afgebroken en weer meespeelt in de vorming van nieuw gesteente. Dit verloopt zeer traag.

Drie soorten gesteente: sedimentgesteente, stollingsgesteente en metamorf gesteente
Koolstofkringloop
De koolstofkringloop omvat alle processen waarmee koolstof door de aarde circuleert. 

Koolstof maakt een gedaanteverwisseling door: CO2 in de lucht opgenomen door planten en organismen in de oceaan. Deze sterven af en dragen bij aan vorming van o.a. steenkool en aardgas. Door verbranding van die resources komt CO2 weer in atmosfeer.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is het middelpunt van het ons planetenstelsel?
A
de zon
B
de maan
C
de aarde
D
mars

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de grote motor?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Energiebron
De aarde ontvangt via de zon energie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Stralingsbalans
= hoeveelheid zonnestraling die de aarde bereikt en de hoeveelheid die de atmosfeer weer verlaat. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het broeikaseffect
Is het broeikaseffect een natuurlijk proces?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

True or false: Het broeikaseffect is alleen maar slecht voor de planeet
A
true
B
false

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Stralingsbalans
De hoeveelheid straling op een gebied is afhankelijk van:

1) breedteligging
2) albedo
3) verschil land/zee

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

1) Breedteligging
Waar is het warmer?
Waarom is het hier warmer

Slide 18 - Slide

wolken / ijs
2) Albedo
weerkaatsing van zonlicht verschilt per gebied.

Bos = donker = absorbeert warmte en straalt het dan weer uit 
IJs = licht = weerkaatst warmte
 
Wit versus zwart shirt: wie heeft het warmer in de zomer?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Het albedo van een .... landschap is het grootst
A
gras
B
Bos
C
Woestijn
D
IJs en sneeuw

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

3) Land/zee verdeling
Regel: Water wordt langzamer warm/koud dan land. 


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Energieoverschot
De warmte van de evenaar wordt via wind en water getransporteerd.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Oceanische circulatie

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

- Zeestromen: dominante stroming op zee, vaak in de richting van de overheersende wind en daardoor aangedreven. 
       - warme zeestroom: vanuit relatief warm gebied naar een relatief koud gebied
       - koude zeestroom: vanuit relatief koud gebied naar een relatief warm gebied             verdeling temperatuur. 
 Uitzonderlijke situatie rond Antarctica: westenwinddrift rond continent isoleert het landoppervlak. Hierdoor ontstaat grote witte ijskap die zonlicht weerkaatst en daardoor het relatief koud is op aarde. 

 - Thermohaliene circulatie: stroming vanzeewater op enige tot grote diepte, aangedreven door wegzakken koud en zout water bij diepwaterpomp. 
       - koud door breedteligging 
       - zout door verdamping water op lage breedte en opslaan water in ijs op hoge              breedte.
De draaing van de aarde en de ligging continenten hebben ook invloed op de oceanische circulatie.      

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk
Oefenen met examenvraag.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Atmosferische circulatie
Wereldwijde verplaatsing van lucht.


- Teken de evenaar  en de polen
- teken lijnen bij 30 en 60 graden N/Z.B
- Schrijf een H (hoge luchtdruk) en een L (lage luchtdruk) bij de juiste lijn. 
- Teken hoe de wind waait


Herhaling: ken je het nog?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wind waait altijd van laag naar hoog
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Windstromen 
Wind 
Wet van Buys Ballot
en het Corioliseffect

- Lucht stroomt van H naar L
- NH afwijking naar rechts
- ZH afwijking naar links
- ITCZ is zone rondom de evenaar


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

ITCZ

1. scheve aardas


2. draaiing van de aarde

Moesson

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Welke factoren zijn van invloed op de temperatuur?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

De klimaatfactoren 
  • Breedteligging

  • Hoogteligging

  • Ligging van gebergten

  • Overheersende windrichting / zeesromen

  • Land- en zeeverdeling

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Klimaatgebieden

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Het klimaatsysteem van Köppen
A Tropische klimaten
B Droge klimaten
C Gematigde klimaten
D Landklimaten
E Koude klimaten

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Het klimaatsysteem van Köppen

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Tropische klimaten
Tropisch regenwoudklimaat
- temp. altijd boven de 18 graden
- hele jaar door neerslag
- kent geen seizoenen - altijd warm
- dichte begroeiing 
Savanneklimaat
- gem. temp. rond de 18 graden
- neerslag is onregelmatig
- natte en droge periode
- groei bomen, struiken en gras

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Droge klimaten
Steppe klimaat
- gem. temp. 18 graden
- korte periode neersag
- groeit wat gras en struiken


Woestijn klimaat
- wisselende temperatuur
- nauwelijks tot geen neerslag
- groeit vrijwel niets

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Gematigde klimaten
(Gematigde) zeeklimaat:
- temperatuur in de zomer en winter gematigd zacht
- hele jaar door neerslag
- invloed van de zee
- loofbomen


Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Continentale klimaten
Landklimaat
- warme zomers, koude winters
- hele jaar door neerslag vooral in zomer
- naaldbomen

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Polaire klimaten
Toendraklimaat
- temp. komt niet boven de 18 gr.
- neerslag hele jaar wisselend
- groeit enkel gras en mos

Poolklimaat
- temp. altijd gem. 0 graden
- neerslag heel jaar door
- geen seizoenen - altijd koud
- groeit vrijwel niets

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Kortom: Klimaat kenmerken
A TROPISCH KLIMAAT: warmer dan 18 graden en veel neerslag 
B DROOG KLIMAAT:  hele jaar weinig neerslag - droog
C ZEEKLIMAAT: koele zomers en zachte winters - neerslag 
D LANDKLIMAAT: hete zomers en koude winters - neerslag
E POOLKLIMAAT:  hele jaar lage temperaturen - koud

Uit het hoofd leren!

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Klimaatverandering
Broeikaseffect

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Klimaatverandering
Permafrost

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Klimaatverandering 
Albedo effect

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Terugkoppeling

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
de rol van de verschillende kringlopen in het systeem aarde verklaren; 
welke sferen het systeem aarde is opgebouwd en hoe functioneert het systeem kennen;
mondiale variaties in de stralingsbalans verklaren;
de zee- en windstromen in de wereld verklaren;
Wat weet je nog?

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Oefenen:
- Hoe ontstaan hogedrukgebieden bij de Noord- en Zuidpool?
- Waarom ontstaan bij de evenaar lagedrukgebieden?
- Waarom ontstaan rond de keerkringen hogedrukgebieden?
 - Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
- Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer?
- Waardoor zijn er variaties in de stralingsbalans?
- Waarom zijn er variaties op het globale windsysteem?

- Wat zijn de kenmerken van de klimaten volgens het Köppensysteem?
- Wat is de invloed van zeestromen op het klimaat?

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Afsluitende foto

Slide 48 - Slide

Beschrijving van de afsluitende foto

In januari 1992 sloeg tijdens een storm in de Grote Oceaan, halverwege tussen Hongkong en de V.S., een container van een vrachtschip overboord. Nu gebeurt dat dagelijks, maar de lading van deze container was bijzonder: bijna dertigduizend badspeeltjes. Gele badeendjes, blauwe schildpadden, rode bevers en groene kikkers: allemaal kwamen ze in de oceaan terecht. Bijna een jaar later spoelden duizenden speeltjes aan op de kust van Alaska. Een groot deel zat jaren vastgevroren in het Noordpoolijs. Pas in 2000 werden ze voor de kust van IJsland gesignaleerd. Nog steeds spoelen speeltjes, weliswaar sterk verweerd, aan op verschillende stranden in de wereld. Door het onbedoelde experiment met de badspeeltjes is waardevolle informatie verkregen over de zeestromen in de oceanen.
Oud examenopdracht
      Opdrachten           Bronnen            Antwoorden

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Atlaskaarten

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 52 - Poll

This item has no instructions