Citations - l'amour

1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Gele en andere woordjes:
un jour  =   een dag
sans   =  zonder
toi   =   jou
est un jour perdu - is een verloren dag
perdre  / j'ai perdu   =  verliezen / ik heb verloren

Een dag zonder jou is een verloren dag

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Gele en andere woordjes:
un jour = op een dag
tu es né = jij bent geboren > ben jij geboren
ma vie =  mijn leven
 a commencé = is begonnen

Op een dag ben jij geboren en is mijn leven begonnen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Gele en andere woordjes:
loin = ver
des yeux = van de ogen
du coeur = van het hart
 ce proverbe = dat gezegde 
menteur = leugenachtig
( mentir = liegen  / le menteur = de leugenaar)

Slide 6 - Slide

Gele en andere woordjes:
car = want
malgré = ondanks
la distance =  de afstand
que = dat
penser = denken 
Uit het oog uit het hart - dat is echt leugenachtig spreekwoord, want ondanks de afstand, ben jij degene aan wie ik denk

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Gele en andere woordjes:
je m'ennuie  = ik verveel me
s'ennuyer = zich vervelen
lorsque = wanneer
loin = ver

Ik verveel me wanneer jij ver van mij (vandaan) bent

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Gele en andere woordjes:
ça va être = dat gaat zijn / worden
compliqué = ingewikkeld 

Dat gaat ingewikkeld worden...

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Gele en andere woordjes:
un seul être  = één enkel wezen / persoon
manquer à quelqu'un = door iemand gemist worden
(tu me manques = ik mis je)
dépeuplé = ontvolkt

Je mist één enkel persoon en alles lijkt leeg

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Gele en andere woordjes:
il faut  = je moet 
se ressembler = op elkaar lijken
un peu = een beetje
pour = om
se comprendre = elkaar begrijpen
mais = maar
s'aimer = van elkaar te houden 

Slide 15 - Slide

Gele en andere woordjes:

Je moet een beetje op elkaar lijken om elkaar te begrijpen, maar je moet een beetje anders zijn om van elkaar te houden

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Gele en andere woordjes:
on voit (voir) = men / je ziet 
ne ... que = alleen maar
le coeur = het hart
les yeux = de ogen

Je ziet alleen maar goed met je hart ; het belangrijkste is onzichtbaar voor je ogen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Gele en andere woordjes:
parfois = soms
doivent (devoir) = moeten
à quel point = hoe / hoezeer / hoe erg
avoir besoin de = nodig hebben

Soms moeten 2 personen van elkaar gescheiden zijn om zich te realiseren dat ze elkaar nodig hebben 

Slide 20 - Slide