Par 1: Snelheid

Hoofdstuk 2 Bewegen

Paragraaf 1 Snelheid
Sloom
Sneller
Nog sneller
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 2 Bewegen

Paragraaf 1 Snelheid
Sloom
Sneller
Nog sneller

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
1. Uitleg
2. Voorbeelden
3. Vragen
4. Conclusie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is snelheid precies?
482 km/h!
Koenigsegg Jesko Absolut

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

afstand
  • symbool: s
  • meten in kilometer (km)

tijd
  • symbool: t
  • meten in uur (h)                                     

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zoek in BiNaS! (Tabel 7)
snelheid=tijdafstand
v=ts

Slide 5 - Slide

"Schrijf op of zoek het in de binas"
Henk gaat op vakantie en rijdt 2000 km. Hij doet er de hele dag (24h) over.
Wat is zijn gemiddelde snelheid?
A
41,6 km/h
B
95,4 km/h
C
83,3 km/h
D
120,9 km/h

Slide 6 - Quiz

"Gebruik je binas en pas de formule toe"
Moet Henk precies deze snelheid aanhouden om op tijd aan te komen (24 uur)?
Ja
Nee

Slide 7 - Poll

This item has no instructions

We kunnen ook anders meten...
Korte afstand -> meter (m)
Lange afstand -> kilometer (km)

korte tijd -> seconden (s)
lange tijd -> uur (h)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Als we nu de afstand in meter (m) en tijd in seconden (s) meten, hoe ziet de snelheid er dan uit?
A
m*s
B
m/s
C
s*m
D
s/m

Slide 9 - Quiz

"let op: geen hoofdletters etc."
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afstand
s
meter (m)
kilometer (km)
Tijd
t
seconden (s)
uur (h)
Snelheid
v
kilometer per uur (km/h)
meter per seconde (m/s)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Het Nederlands schaatsteam doet mee aan een estafette waar drie personen elk 500 m afleggen:

1. Suzanne: 40 seconden
2. Jutta: 36 seconden
3. Irene: 43 seconden

Wat is hun gemiddelde snelheid als één team?

Slide 11 - Slide

Vraag opbouwen in kleine delen
Totale afstand
3 personen die elk 500 meter afleggen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Totale tijd
Suzanne: 40 seconden
Jutta: 36 seconden
Irene: 43 seconden

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is de gemiddelde snelheid van het Nederlands schaatsteam tijdens de estafette?
A
11,4 m/s
B
10,2 m/s
C
13,1 m/s
D
12,6 m/s

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Vul de woorden op de juiste plek in:
'Snelheid is ___1___ gedeeld door ____2____'
A
1=afstand 2=tijd
B
1=tijd 2=afstand
C
Geen van deze is juist.
D
1=temperatuur 2=golflengte

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Conclusie
  • snelheid v (m/s of km/h)
  • afstand s (m of km)
  • tijd t (s of h)


snelheid=tijdafstand
v=ts

Slide 16 - Slide

Duidelijk maken dat bij de grootheden s voor de afstand staat, en bij de eenheden s voor seconden staat
A B C
A
Driehoek A
B
Driehoek B
C
Driehoek C
D
Geen van de mogelijkheden.

Slide 17 - Quiz

Mss eerst in woorden uitwerken, erna in symbolen
DRIEHOEK VOOR WOORDEN

Duidelijk de grootheden en eenheden onderscheiden

😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

This item has no instructions