H5 par. 5.2.3 Handel in de Oost en de West

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Memo hm 2

H5 De tijd van regenten en vorsten

De Gouden Eeuw

par. 5.2.3 Handel in de Oost en de West

Leerdoelen

10) Ik kan drie manieren benoemen hoe mensen tot slaaf werden gemaakt.

11) Ik kan beschrijven wat er gebeurde met mensen die tot slaaf waren gemaakt.

12) Ik kan uitleggen op welke manieren slaven zich probeerden te verzetten.

Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slavernij

Hoe werd je slaaf?

• Schulden
• Oorlogen
• Rooftochten van slavenjagers

Iemand die tot slaaf was gemaakt, was het bezit van een handelaar geworden en had geen rechten meer.

Slavernij

Afrikaanse slavenhandelaren brachten slaven naar Europese handelsposten aan de westkust (bijvoorbeeld fort Elmina).

Slaven werden per schip naar slavenmarkten in Amerika gebracht.

Slavenschepen (1 op 8 slaves overleed):

• overvol
• slechte hygiëne
• slecht eten
• slaven werden vastgeketend
  

Slavernij

Plantagehouders kochten de slaven op veilingen.

Leven op de plantage:

• Families werden gescheiden
• Leefden de rest van hun leven op de plantage.
• Zware lijfstraffen voor vluchtpogingen of niet hard genoeg werken.

Slavernij

Slaven probeerden zich te verzetten:

• Vernietigen van de oogst.
• Eigen gebruiken, tradities, taal en godsdienst houden (cultuur)
• Soms waren er succesvolle vluchtpogingen of opstanden.

Opstanden werden altijd met veel geweld neergeslagen.

Waarom werden slaven gebrandmerkt?

1. Zodat hun stam ze niet terug zou willen
2. Om ze te straffen
3. Om te laten zien wie de eigenaar was

Welke goederen werden vervoerd bij nummer 1?

1. Slaven
2. Suiker en tabak
3. Drank en wapens

Mensen konden op verschillende manier tot slaaf gemaakt worden. Welk voorbeeld is onjuist?

1. Schulden
2. Oorlogen
3. Vanwege hun geloof
4. Rooftochten van slavenjagers

Leerdoelen

10) Ik kan drie manieren benoemen hoe mensen tot slaaf werden gemaakt.

11) Ik kan beschrijven wat er gebeurde met mensen die tot slaaf waren gemaakt.

12) Ik kan uitleggen op welke manieren slaven zich probeerden te verzetten.

Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Aan de slag

Wat? Zie whiteboard.

Hoe? Alleen 

Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 

Tijd? Tot het einde van de les. 

Klaar? Leer begrippen en jaartallen. Vraag docent.