22-23 BK2c les 1_H2 Informatie in assenstelsel

Wat gaan we doen?
● Wat gaan we leren?
● Wat heb je al geleerd?
● Uitleg over hoofdstuk 2. (3) 
● Vragen?
Telefoon in de telefoontas.
Pak je laptop en log in bij LessonUp.

1 / 27
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
● Wat gaan we leren?
● Wat heb je al geleerd?
● Uitleg over hoofdstuk 2. (3) 
● Vragen?
Telefoon in de telefoontas.
Pak je laptop en log in bij LessonUp.

Slide 1 - Slide

Wat ga je leren?

Aan het einde van de les:

Weet ik wat ik bij de x-as en y-as moet zetten 


Leer ik een grafiek tekenen als er een tabel gegeven is




Slide 2 - Slide

Hoe heet het figuur hiernaast?
A
assenstelsel
B
coördinaat

Slide 3 - Quiz

Terugblik.

Wat is goed?
A
Een grafiek teken je in een assenstelsel.
B
Een assenstelsel teken je in een grafiek.

Slide 4 - Quiz

Wat is de x-as?
A
Een spaak van een wiel
B
De verticale as in het assenstelsel
C
De horizontale as in het assenstelsel
D
Het kruispunt van de twee assen in het assenstelsel

Slide 5 - Quiz

Terugblik.
Wat is goed?
A
In een assenstelsel kun je meerdere grafieken tekenen.
B
In een grafiek kun je meerdere assenstelsels tekenen.
C
In een assenstelsel kun je slechts 1 grafiek tekenen.
D
In een grafiek kun je slechts 1 assenstelsel tekenen.

Slide 6 - Quiz

Hiernaast zie je
een voorbeeld
van een …..
A
Tabel
B
Grafiek
C
Formule
D
Assenstelsel

Slide 7 - Quiz

Een assenstelsel begint met...
A
de oorsprong
B
een willekeurig getal
C
het begin.

Slide 8 - Quiz

Zou je ook decimale getallen, bijvoorbeeld (3,2;5,6), ook in een assenstelsel kunnen zetten????
A
JA
B
NEE

Slide 9 - Quiz

Wat ontbreekt in dit assenstelsel?

Slide 10 - Slide

Wat ontbreekt in het net getoonde assenstelsel?
A
Oorsprong
B
Titel
C
Y bij de as en X bij de as
D
Oorsprong, Y bij de as en X bij de as

Slide 11 - Quiz

Maakwerk



Maken: werkblad tekenen in een assenstelsel.


Klaar! 



timer
10:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Huiswerk



Maken: blz 56:

Voorkennis 1 t/m 8.


Klaar! 



timer
20:00

Slide 17 - Slide

Een assenstelsel bestaat uit een x-as en een y-as, oftewel een horizontale en een verticale as
A
waar
B
niet waar
C
soms waar
D
oeps, vergeten

Slide 18 - Quiz

De 0 staat voor oorsprong, de plek van waar je altijd begint te tellen
A
niet waar
B
waar
C
soms waar
D
oeps, óók vergeten...

Slide 19 - Quiz

De coördinaten van een punt:
A
zet je altijd tussen haakjes
B
bestaat altijd uit 2 getallen
C
tussen de getallen staat altijd een (punt)komma
D
Alle drie zijn waar

Slide 20 - Quiz

Welke notatie klopt?
A
5,3
B
(5;3)
C
(5,3)
D
5;3

Slide 21 - Quiz

(5 , 3) betekent:
A
5 omhoog en 3 naar rechts
B
5 omlaag en 3 naar rechts
C
5 naar rechts en 3 omhoog
D
5 naar rechts en 3 omlaag

Slide 22 - Quiz

Het eerste getal in een coördinaat is...
A
de horizontale coördinaat
B
de verticale coördinaat
C
de rechter coördinaat
D
de linker coördinaat

Slide 23 - Quiz

De verticale coördinaat...
A
gaat altijd van links naar rechts
B
is altijd de tweede coördinaat
C
is altijd hoger dan de horizontale coördinaat
D
is altijd gelijk aan de horizontale coördinaat

Slide 24 - Quiz

Een roosterpunt is...
A
een kruising van 2 lijnen in het assenstelsel
B
een punt met coördinaten
C
raakt altijd 1 lijn in het assenstelsel
D
raakt geen lijn in het assenstelsel

Slide 25 - Quiz

Bij het tekenen van een assenstel...
A
moet je altijd cijfers noteren
B
moet je een horizontale en verticale as tekenen
C
moet je altijd de O erbij zetten
D
A, B en C zijn waar

Slide 26 - Quiz

Wat is waar?
A
horizontaal is van oost naar west en andersom
B
verticaal is van noord naar oost en andersom
C
horizontaal is van noord naar zuid en andersom
D
verticaal is van zuid naar west en andersom

Slide 27 - Quiz