2ha1 - chapitre 3 - Online les (1)

Even een check...
1) Heb ik mijn microfoon uit?
2) Staat mijn camera aan?
3) Heb ik mijn Frans boek+schrift bij de hand?
4) Toiletbezoek?


D'accord, on y va ;)

timer
4:00
Vertaling
Oké, aan de slag!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Even een check...
1) Heb ik mijn microfoon uit?
2) Staat mijn camera aan?
3) Heb ik mijn Frans boek+schrift bij de hand?
4) Toiletbezoek?


D'accord, on y va ;)

timer
4:00
Vertaling
Oké, aan de slag!

Slide 1 - Slide

Lesdoel 1
Je kent het verschil tussen de p.c. en de présent.
Lesdoel 2
Je leert hoe je het best vrij kunt schrijven in het Frans.

Slide 2 - Slide

- On va parler un peu français
- Comment ? (hoe)

- Je krijgt zo de beurt, dus; handen bij de knoppen...

Slide 3 - Slide

  • Tu as des frères ou des soeurs ?
  • Comment il / elle s'appelle ?
  • Il / elle est sympa / cool / méchant(e) / casse-pied?

  • Tu habites dans une maison / un appartement?
  • Comment tu trouves ta chambre ?
  • Tu es souvent dans ta chambre?

timer
3:00

Slide 4 - Slide

Présent + passé composé

1) Zij werken in een winkel.           werken = travailler
2) Zij hebben in een winkel gewerkt.
3) De jurk kost 50 euro.
4) De jurk heeft 50 euro gekost.
5) Ik help mijn vriendin.
6) Ik heb mijn vriendin geholpen.

timer
5:00

Slide 5 - Slide

Hoe gaan we dit bespreken?
Je doet zin ....... als je geboren bent in ............
                   1                                     jan / feb
                   2                                     mrt / april
                   3                                     mei / juni
                   4                                     juli / aug
                   5                                     sept / okt
                   6                                     nov / dec


Slide 6 - Slide

Noteer het nummer van de zin + de vertaling.

Slide 7 - Open question

Présent + passé composé

1) Ils travaillent dans un magasin.
2) Ils ont travaillé dans un magasin.
3) La robe coute cinquante euros.
4) La robe a couté cinquante euros.
5) J'aide ma copine.
6) J'ai aidé ma copine.

timer
2:00

Slide 8 - Slide

Hoe ging het?

Best goed, alleen de passé composé vind ik lastig.
Best goed, alleen de présent (t.t.) vind ik lastig.
Niet zo goed, zowel de présent (t.t.) als de passé composé vind ik lastig.
Très bien !

Slide 9 - Poll

Wat heb jij nodig om jezelf te verbeteren?

Ik zou graag extra uitleg willen van de docent, want ik kom er niet uit.
Ik wil graag zelf nog een keer de grammatica bekijken.
Via de onlinemethode een uitlegvideo bekijken.
Opnieuw opdrachten maken uit het boek.
Niks specifieks, ik moet het wel blijven herhalen.

Slide 10 - Poll

G(10)  Décris un(e) membre de ta famille en cinq phrases entières.

- Beschrijf een familielied in vijf hele zinnen.
- Gebruik minimaal één keer een bijvoeglijk naamwoord en een werkwoord op -er.
- Denk aan : nom, caractère, deux hobbies, maison, chambre.

Slide 11 - Slide

Classification de cinq étoiles (ranking the stars)

Slide 12 - Slide

Choisis:
Bien (goed)
Mieux (beter)
Le meilleur (het best)

Slide 13 - Poll

Choisis:
Bien (goed)
Mieux (beter)
Le meilleur (het best)

Slide 14 - Poll

Choisis:
Bien (goed)
Mieux (beter)
Le meilleur (het best)

Slide 15 - Poll

Exercice

1) Ga naar de padlet (check teams chat)
2) Vul het wachtwoord in : fransles1

3) Stel jij zou deze 3 voorbeelden moeten nakijken, waar let jij op / wat vind jij belangrijk?

- kies 1 van de 3 en noem (max. 4 redenen)
- max 3 punten




Slide 16 - Slide

Corriger: 6a/b + 7
(zie teams > algemeen > bestanden > les corrigés)

Quizlet > voca A/B (+zinnen)

(zorg ervoor dat je een account hebt, en je bij de klassen quizlet aanmeldt)



Lesdoel 1
Je kent het verschil tussen de p.c. en de présent.
Lesdoel 2
Je leert hoe je het best vrij kunt schrijven in het Frans.

Slide 17 - Slide